maandag 24 februari 2025

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands

• Ga zitten op je plaats
  
• Leg je spullen op tafel
  
• Zet je tas op de grond

 KIJK&LUISTER

• Cijfers staan in Magister
• Geen klassikale nabespreking (3 versies) Bij     meerkeuzevragen is het antwoord goed of fout.
• Inkijken resultaten kan eventueel later in les.

LESPLANNING komende 3 weken

Tot aan de start van TW 3 -> 10 lessen

Inhoud lessen: oefenen LEESVAARDIGHEID

Tentamen TW3 -> leesvaardigheid 

LESPLANNING komende weken

Na TW 3 (26 maart) nog 1 toets -> Fictie

4 lessen Fictie -> 

• Theorie over Fictie
• Logboek Fictieboek 3 (boek heb je gelezen) 
• Mondeling 

Fictie

Leesboek 3 moet je zelf thuis lezen!

Noteer op de lijst de titel van het boek.

Heb nog geen boek 3 ? -> zo snel mogelijk actie ondernemen

Vandaag

Start oefenen met leesvaardigheid

Lesmateriaal: 

• boek Nieuw Nederlands
• kopieerbladen Examenoverzicht
• Examens afgelopen jaren
• Theorie/uitlegvideo YouTube

Vandaag

NIEUW NEDERLANDS paragraaf Lezen Hoofdstuk 1

Onderwerp : Indeling van een tekst

• Uitlegvideo bekijken
• Samen lezen tekst 1 (examen 2024) kopieerblad
• Maken vraag 1 t/m 8 
• antwoorden bespreken

Vandaag

OPDRACHT 24+25  (blz 80)

Samen lezen van de tekst Mag het een onsje minder zijn?

Maak opdracht 24

Lees zelf de tekst Veel overtreders...

Maak hierbij opdracht 25

Betrouwbare bron?

nieuwspaal.nl

Opdracht 26

Bekijk het fragment en noteer de antwoorden op de vragen.

De week zonder vlees

OPDRACHT  27+28 

De teksten lezen en de opdrachten maken.

Huiswerk voor dinsdag 7 januari.

OPDRACHT 

• a. De titel van Tekst 4 is Eruit!
  
•  b. Op de afbeelding zie ik een boze leraar.
  
•  c. De tekst gaat volgens mij over een leraar die een leerling uit de les stuurt.
  
•  d. Ik weet al dat leerlingen er soms uitgestuurd worden. Dan moeten ze zich melden bij de afdelingsleider.
  
•  e. Het tekstdoel is amuseren.
  

• a. De titel van Tekst 5 is Rubik’s (Heb jij je draai al gevonden?).
  
•  b. Op de afbeelding zie ik een jongen met een enorm grote kubus.
  
•  c. De tekst gaat volgens mij over de kubus.
  
•  d. Ik weet al dat een kubus een soort speelgoed/puzzel is.
  
•  e. Het tekstdoel is overhalen.
  

1. Dat kon hij zien aan de dozen die de dief had gestolen. Dat waren alleen maar de dure.
2. Ontvreemd betekent gestolen. Doelgericht betekent met een duidelijk doel.
3. De grap is dat de leraar de vader is van de eerste leerling die eruit werd gestuurd.
   
4. Deze vraag past goed in de advertentie, omdat hij goed bij de kubus past. De kubus moet je draaien. De schrijver vraagt dus eigenlijk aan de lezer of hij al een kubus heeft en of hij de oplossing al heeft gevonden. ‘Heb jij je draai al gevonden?’ vraag je ook als je wilt weten of iemand ergens gewend is en zich prettig voelt.
   

voorspellen

Je ziet dadelijk een aantal titels. 

Voorspel het tekstdoel.

Wat is het tekstdoel:
Meer hangouderen dan hangjongeren?

Opdracht 49 blz: 45

1. informeren
2. overhalen
3. amuseren

Wat is het tekstdoel?
Vul de bon in en word vandaag nog lid!

1. informeren
2. overhalen
3. amuseren

Wat is het tekstdoel?
Jongeren gaan steeds verder op vakantie.

1. informeren
2. overhalen
3. amuseren

Wat is het tekstdoel?
Report Jort en het geheimzinnige eiland.

1. informeren
2. overhalen
3. amuseren

learningapps.org

1.13 Publiek (blz 46)

We bespreken de theorie die je vindt op blz. 46

Daarna volgt een schuifopdracht.

breed publiek

kleiner publiek

een persoon of een klein groepje

een mail aan de leraar wiskunde

de lezer weet nog (bijna) niets over het onderwerp

De schrijver gaat er van uit dat de lezer al iets over het onderwerp weet. 

een verjaardagskaart

Alle bejaarden van Nederland

een publiek dat een bepaald onderwerp erg leuk vindt. bv. alle paardenliefhebbers

een uitnodiging aan een groepje van vier vriendinnen om te gaan high tea'en 

teksten de de krant of weekblad.

Algemene onderwerpen

alle fans van Max Verstappen

learningapps.org

Ik weet het verschil tussen informeren, overhalen en amuseren.

1. ja
2. met hulp
3. soms
4. snap er niks van

Ik weet welke tekstsoorten er zijn.

1. ja
2. met hulp
3. soms
4. snap er niks van

Ik weet wat het verschil is tussen een breed publiek, een kleiner publiek en een persoon of klein groepje.

1. ja
2. met hulp
3. soms
4. snap er niks van