2.1 Spanningen in Europa

• Geschiedenis
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

De Eerste Wereldoorlog

2.1 Spanningen in Europa (C)

Wat gaan we doen? 

1. Leerdoelen terugkoppeling

2. Leerdoelen

3. Theorie

4. Aan de slag

5. Beeldmateriaal

6. Leerdoelen nabespreken

Leerdoelen terugkoppeling 

1. Je weet de betekenis van het begrip nationalisme, militarisme en wapenwedloop. 

2. Je weet hoe nationalisme zorgde voor spanningen in Europa.  

Leerdoelen 

1. Je weet de bondgenootschappen vooraf aan de Eerste Wereldoorlog. 

2. Je weet de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog. 

3. Je weet de directe aanleiding van de Eerste Wereldoorlog. 

Theorie 

Europese landen waren dus erg nationalistisch, bouwden een sterk leger met veel wapens en er heerste een gevoel van militarisme. Maar regeringen van de Europese landen begrepen wel dat je samen sterker staat. Daarom sloten veel landen zich aan bij een bondgenootschap.

Opschrijven:

Bondgenootschap: Twee of meer landen die afspreken elkaar te helpen als ze worden aangevallen. 

Theorie 

Triple Entente:

1. Groot-Britannie
2. Frankrijk
3. Rusland 
4. Amerika (vanaf 1917)
   

Centralen:

1. Duitsland
2. Oostenrijk-Hongarije
3. Turkije
4. Italie (gaat weg in 1915)
   

Theorie 

• Er waren dus nationalistische gevoelens ..
• Mensen waren gek op hun leger en het militarisme ..
• Op grote schaal werden wapens gemaakt in de wapenwedloop ..
• Bondgenootschappen werden gemaakte om niet alleen te staan .. 

• Nu nog een goede reden voor een oorlog .. 

Theorie 

Opschrijven:

Op 24 juni 1914 kwam letterlijk het startschot voor de Eerste Wereldoorlog. Toen werd kroonprins Frans Ferdinand vermoord in Sarajevo.  

Theorie 

Frans Ferdinand: 

- Kroonprins 

Oostenrijk-Hongarije.

Gavrilo Princip:

- Bendelid Zwarte Hand

- Terrorist die een onafhankelijk Servie wilde.

Beeldmateriaal 

Aan de slag 

1. Maak de opdrachten van 2.1

2. Optioneel: kijk Oorzaken Eerste Wereldoorlog van Youtube kanaal WieWatWanneer. 

3. Optioneel: kijk Kleine handen in een grote oorlog - aflevering 1.  

Leerdoelen nabespreken

1. Je weet de bondgenootschappen vooraf aan de Eerste Wereldoorlog. 

2. Je weet de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog. 

3. Je weet de directe aanleiding van de Eerste Wereldoorlog.