Hulpsystemen P5 les 4

Hulpsystemen
Periode 1, les 4:
Warmteoverdracht
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
HulpsystemenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Hulpsystemen
Periode 1, les 4:
Warmteoverdracht

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. Lesdoelen
  2. Terugblik warmtewisselaars
  3. Warmteoverdracht
  4. Opdracht
  5. Terugblik les

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
1: Je kan uitleggen wat de “soortelijke warmte” van een stof is
2: een eenvoudige berekeningen over een warmtewisselaar maken

Slide 3 - Tekstslide

Welke soorten koelers die aan boord gebruikt worden ken je?

Slide 4 - Open vraag

Wat is een voordeel van een beunkoeler tov een platenkoeler?

Slide 5 - Open vraag

Hoe kan je tijdens je wachtronde zien dat een platenkoeler vervuild raakt?

Slide 6 - Open vraag

Welke appendages moeten er op een koeler zitten om die tijdens een wachtronde in de gaten te kunnen houden?

Slide 7 - Open vraag

Waarom
-Wachtronde
-Maandrapport:Eens per maand        alle parameters mbt M/E:
  - Vol vermogen
  - Piekdrukken / diagrammen
  - zoveel mogelijk temperaturen en     drukken, ook die van de koelers
  - weersomstandigheden, koers,     snelheid ed

Slide 8 - Tekstslide

Probleem
Verschillende stoffen (bijvoorbeeld water en smeerolie) nemen anders warmte op. 

Slide 9 - Tekstslide

Kun je een stof noemen die snel warmte opneemt? (bijvoorbeeld als je je hand erop legt)

Slide 10 - Open vraag

Kun je een stof noemen die langzaam warmte opneemt? (bijvoorbeeld als je je hand erop legt)

Slide 11 - Open vraag

Soortelijke warmte (c)
Warmte (hoeveelheid energie) die nodig is om 1 gram (of kg) een stof 1 graad C in temperatuur te laten stijgen

Slide 12 - Tekstslide

Hoeveel J heb ik nodig om 10 gram water 1 graad C te laten stijgen?

Slide 13 - Open vraag

Hoeveel J heb ik nodig om 1 gram water 20 graden C te laten stijgen?

Slide 14 - Open vraag

Hoeveel KJ komt er vrij als 2 kg ijzer 5 graden C in temperatuur daalt?

Slide 15 - Open vraag

Stel dat we olie gaan koelen met water in een platenkoeler welke factoren zijn er dan nog meer van belang?

Slide 16 - Woordweb

Warmtedoorgangscoëfficiënt (k)
bijvoorbeeld 1200 W/m * K
  • W  J/s : Energiestroom per seconde
  • m2 : oppervlakte (bv meer of minder platen)
  • K : temperatuurverschil tussen beide stoffen (gemiddeld)(K is zelfde als graad C)

Slide 17 - Tekstslide

Van een koeler is gegeven:
Gemiddeld temperatuurverschil t1 - t2 = 28 °C
Werkzaam oppervlak A = 20 m2
Warmtedoorgangscoëfficiënt k = 1200 W/m2.K

Gevraagd: De maximale warmtestroom Q (in W of kW) door de koeler.

Slide 18 - Open vraag

Warmtestroom
Als we de warmtestroom, het temperatuurverschil en de soortelijke warmte weten kunnen we ook uitrekenen hoe snel de vloeistof door de koeler stroomt (in kg/seconde)
Voorbeeld: de warmtestroom is 300 kW, het temperatuurverschil van het water (c = 4,2 kJ/kg*K) is 15 graden C. (inlaat is 10 graden Celsius en uitlaat 25 graden Celsius)
Wat is de massastroom koelwater? 

Slide 19 - Tekstslide

Warmtestroom (vervolg)
In deze koeler koelt de smeerolie (c= 2,4 kJ/ kg*K)met 20 graden af (van 56 naar 36 graden C), wat is de massastroom smeerolie?
De warmtedoorlatingscoëfficiënt is 1300 W/m2 *K, wat is de oppervlakte van de koeler? 

Slide 20 - Tekstslide

Efficiëntie koeler bij mee- en tegenstroom

Slide 21 - Tekstslide

LO in: 66 gr, LO uit 40 gr
LTCW in 32 gr, LTCW Uit 45 gr

Gebruikt deze koeler mee- of tegenstroom? Leg je antwoord uit!

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Link

Lesdoelen
1: Je kan uitleggen wat de “soortelijke warmte” van een stof is
2: een eenvoudige berekeningen over een warmtewisselaar maken

Slide 24 - Tekstslide