2.3.1 Je kunt omschrijven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn en daarbij voorbeelden noemen.
2.3.2 Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven.
2.3.3 Je kunt de kenmerken en functie van een eicel noemen.
2.3.4 Je kunt de kenmerken en functie van een zaadcel noemen.