In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Goedemorgen!
Goed dat je er bent.
Maak je mobiel alvast klaar om in te leveren.
Pak je Chromebook en meld je aan voor de LessonUp van vandaag.
Slide 1 - Tekstslide
jeugdjournaal.nl
Slide 2 - Link
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
1e lesuur:
8:45 - 09:30
Burgerschap
Slide 6 - Tekstslide
Lesdoel
Tijdens deze les leer je:
wat beroepsziektes zijn;
wat een bedrijfsarts en een vertrouwenspersoon is;
welke uitkeringen er zijn voor mensen die geen werk hebben.
Slide 7 - Tekstslide
Beroepsziektes
Wanneer iemand gezondheidsproblemen krijgt door het werk dat hij of zij doet, dan spreek je van een beroepsziekte. Denk bijvoorbeeld aan rugklachten voor iemand die veel moet tillen.
Je kunt je dan ziekmelden waarna je door je werkgever wordt doorverwezen naar een bedrijfsarts. Deze arts zal je helpen weer goed aan het werk te kunnen.
Slide 8 - Tekstslide
Helaas komt het voor dat mensen lastiggevallen of gepest worden op het werk. In zo'n geval kun je terecht bij een vertrouwenspersoon. Deze persoon praat niet met jouw leidinggevende over de problemen, maar probeert samen met jou een oplossing te vinden.
Slide 9 - Tekstslide
In welke sector komen de meeste gezondheidsproblemen voor volgens de foto op de vorige slide?
A
de gezondheidszorg
B
de industrie
C
de bouw
D
het onderwijs
Slide 10 - Quizvraag
Uitkeringen
Wanneer iemand niet werkt, heeft deze vaak recht op een uitkering. Dit is geld dat je krijgt van de overheid om genoeg inkomen te hebben om van te leven.
Er zijn verschillend uitkeringen voor verschillende situaties, maar je kunt ze allemaal aanvragen bij het UWV. Dit is een overheidsinstantie die uitkeringen regelt.
Slide 11 - Tekstslide
Welke van de onderstaande is géén afkorting van een uitkering?
A
WIA
B
WW
C
AOW
D
WTC
Slide 12 - Quizvraag
Aan de slag!
timer
30:00
Slide 13 - Tekstslide
2e lesuur:
9.15 - 9.40
Wiskunde
Slide 14 - Tekstslide
Lesdoel
Tijdens deze les leer je wat schaal betekent en wanneer er sprake is van een vergroting.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
modernewiskunde.digitaal.noordhoff.nl
Slide 17 - Link
Als je een driehoek wilt vergroten dan blijven de hoeken . . .?
A
niet even groot
B
even groot
Slide 18 - Quizvraag
Als je een figuur vergroot wordt de vorm anders.
A
Ja dat klopt
B
Nee dat klopt niet
Slide 19 - Quizvraag
Aan de slag!
timer
30:00
Slide 20 - Tekstslide
3e & 4e lesuur:
10.00 - 12.00
Techniek Bogerman
Slide 21 - Tekstslide
Pauze
Slide 22 - Tekstslide
5e lesuur:
12.30 - 13.15
Engels
Slide 23 - Tekstslide
Leerdoel
After this lesson you can:
determine the purpose of a short text;
find and understand specific information.
Slide 24 - Tekstslide
Reading strategies
Before reading: look at the title of the text and bold words. Use this information to find out what the text is about.
Slide 25 - Tekstslide
Reading strategies
During reading: scan the text to look for specific information.
Als je specifieke informatie zoekt, bijvoorbeeld een naam, datum of prijs, dan lees je niet de gehele tekst.
Als je gaat scannen:
lees je de (tussen) koppen;
let je op kernwoorden;
let je op woorden die opvallen, bijvoorbeeld dikke of schevewoorden;
stop je met lezen als je de informatie gevonden hebt.
Slide 26 - Tekstslide
The purpose of a text.
De schrijver van een tekst wil iets bereiken bij de lezer.
De tekst die hij schrijft, heeft dus een doel. Als je weet met wat voor soort tekst je te maken hebt, begrijp je sneller wat het doel van de schrijver is.
Slide 27 - Tekstslide
Which of the followinig is not a reading strategy?