LJ 1 - SO 2.1 & 2.2

Mens & Maatschappij
SO 2.1 & 2.2
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mens & Maatschappij
SO 2.1 & 2.2

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 2.1
De volgende vragen horen bij paragraaf 2.1

Slide 2 - Tekstslide

Open vragen

Slide 3 - Tekstslide

De meeste volken die door het Romeinse leger werden veroverd, kregen dezelfde bescherming en rechten als de Romeinen. Geef een verklaring waarom de keizer dit belangrijk vond.

Slide 4 - Open vraag

Lees de bron hiernaast. Noteer een reden waarom de keizer van het Romeinse rijk de heerser van de Middellandse Zee wilde zijn.

Slide 5 - Open vraag

Noteer het begrip.
Romeinen legden soms afspraken vast, bijvoorbeeld over een bontgenootschap. Hoe noemen we zo'n afspraak of overeenkomst.

Slide 6 - Open vraag

Vul het juiste woord in.
Romanisering is de verspreiding van de _______ cultuur.

Slide 7 - Open vraag

Vul het juiste woord in.
Alles wat met het besturen van een rijk, land, provincie, gemeente enzovoort te maken heeft, noemen we _________

Slide 8 - Open vraag

Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Maak de juiste combinaties
Oudheid
Staat
Volk
Gebied binnen een grens met een bestuur
Grote groep mensen
Tijd van Grieken en Romeinen

Slide 10 - Sleepvraag

Meerkeuze vragen

Slide 11 - Tekstslide

De Romeinen legden verharde wegen door het land aan, hierdoor _____
A
Hadden de wegenbouwers werk
B
Konden de ambtenaren snel belasting ophalen
C
Liet de keizer zien hoe belangrijk hij is
D
Verplaatsen de soldaten zich makkelijk

Slide 12 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord
A
De Germanen woonden ten zuiden van de Rijn
B
De Romeinen bouwden forten om de grenzen te beschermen
C
Friezen en Bataven vormden een bondgenootschap
D
In het Romeinse rijk woonden de meeste inwoners op het platteland

Slide 13 - Quizvraag

De Romeinen maakten gebruik van een natuurlijke grens om de grens van het Romeinse rijk aan te geven. Het voordeel hiervan is dat ___
A
De soldaten goed uitzicht over de omgeving hadden
B
De soldaten zich konden wassen in de rivier
C
Er altijd drinkwater in de buurt was voor de soldaten
D
Er minder soldaten nodig waren

Slide 14 - Quizvraag

Noteer een ding dat Romeins is in bron 2.
A
Soldaat met harnas
B
Soldaat met rond schild
C
Kleurrijke wollen kleding
D
Witte toga's

Slide 15 - Quizvraag

De Romeinen bewonderden vooral de Griekse cultuur. Dit ging zover dat de Romeinen de Grieken gingen nadoen. Wat hebben de Romeinen overgenomen van de Grieken?
A
Beelden
B
Latijn als taal
C
Tempels
D
Verharde wegen

Slide 16 - Quizvraag

Paragraaf 2.2
De volgende vragen horen bij paragraaf 2.2

Slide 17 - Tekstslide

Open vragen

Slide 18 - Tekstslide

Vul het juiste begrippen in.
Een gebouw waar een god wordt vereerd noemen we een _____
De stenen paal voor dat gebouw heet een ____

Slide 19 - Open vraag

Noteer een reden waarom de Romeinse keizers de opkomst van het christendom als een bedreiging zagen.

Slide 20 - Open vraag

Uit angst voor zware straffen door de keizer, vluchtten veel christenen. Dit vluchten had een positief gevolg voor het christendom. Noteer één positief gevolg.

Slide 21 - Open vraag

Het Romeinse rijk werd bedreigd doordat volken zich gingen verplaatsen. Dit noemen we de ____

Slide 22 - Open vraag

Zet de zinnen in de juiste volgorde:

A Het West- en Oost Romeinse rijk hebben elk een eigen keizer.
B Italië wordt een Germaans koninkrijk
C Vanwege mistoogsten gaan complete volken weg uit het gebied waar ze woonden
D Verschillende volken vallen het Romeinse rijk binnen

Slide 23 - Open vraag

Sleepvraag

Slide 24 - Tekstslide

Bekijk bovenstaande bron, beantwoord daarna de vraag

Slide 25 - Tekstslide

Maak de juiste combinaties
Jupiter
Mars
Neptunus
God van de zee
God van de oorlog
God van onweer

Slide 26 - Sleepvraag

Sleepvraag

Slide 27 - Tekstslide

Maak de juiste combinaties
Bisschop
Kerk
Paus
Leider van de katholieke kerk
Godsdienstig leider
Christelijk gebedshuis

Slide 28 - Sleepvraag

Meerkeuze vragen

Slide 29 - Tekstslide

Lees de zinnen over godsdienstvrijheid in het Romeinse rijk.
Kies het juiste antwoord.
A
Elk volk mocht alleen de staatsgoden en de keizer vereren
B
Elk volk mocht zijn eigen goden houden en moest ook de staatsgoden vereren
C
Elke volk mocht zijn eigen goden vereren maar dat mocht alleen in de Romeinse gebedshuizen
D
Elk volk mocht zijn eigen goden houden maar die moesten ook de Romeinen beschermen

Slide 30 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord.
A
Christenen geloven in meerdere goden
B
In Judea woonde het joodse volk
C
Joden vereerden in synagogen hun God en de Romeinse keizer
D
Romeinen vereerden Jezus van Nazareth

Slide 31 - Quizvraag

Bekijk de bron en kies het juiste antwoord
A
Keizer Constantijn droomde over de kruisiging van Jezus
B
Keizer Constantijn was een aanhanger van het Christendom
C
Keizer Constantijn vereerde het Christendom door overal kruizen op te zetten
D
Keizer Constantijn verloor een belangrijke veldslag door zijn droom

Slide 32 - Quizvraag

Einde toets
Controleer goed of je alle vragen hebt beantwoord.

Slide 33 - Tekstslide