VWO examentraining quiz

VWO examentraining quiz
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 7 min

Onderdelen in deze les

VWO examentraining quiz

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke volgorde van fases hoort in het systeemmodel?
A
input-omzetting-output
B
invoer - omzetting - uitvoer - feedback
C
omzetting- invoer- feedback- uitvoer
D
eisen en wensen- invoer- omzetting- uitvoer- feedback

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Omzetting bestaat uit 3 subfases.
Bij welke stap hoort de beslissing dat er met oud&nieuw geen vuurwerk afgestoken mag worden?
A
Politieke agendavorming
B
Beleidsvoorbereiding
C
Beleidsbepaling
D
Uitvoer

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je wilt iemands gewicht meten door hem op te tillen.
A
Betrouwbaarheid
B
Validiteit
C
Representativiteit

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je wilt weten wie de beste spits van de eredivisie is en vraagt dat alleen aan PSV-supporters.
A
Betrouwbaarheid
B
Validiteit
C
Representativiteit

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je wilt onderzoek doen naar hoeveel mensen in Nederland de krant lezen en vraagt dit alleen aan jongeren.
A
Betrouwbaarheid
B
Validiteit
C
Representativiteit

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak past het best bij het functionalismeparadigma?
A
Elk individu handelt rationeel en streeft naar de voor allen meest nuttige uitkomst
B
Er zijn grote ongelijkheden die opgelost worden door conflicten uit te vechten
C
Iedereen maakt deel uit van een geordende samenleving waarbij alleen een functie hebben
D
Omdat mensen denken dat iets zo is gaan ze zich er ook naar gedragen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak past het best bij het rationele-actor paradigma?
A
Elk individu handelt rationeel en streeft naar de voor allen meest nuttige uitkomst
B
Er zijn grote ongelijkheden die opgelost worden door conflicten uit te vechten
C
Iedereen maakt deel uit van een geordende samenleving waarbij alleen een functie hebben
D
Omdat mensen denken dat iets zo is gaan ze zich er ook naar gedragen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak past het best bij het conflictparadigma?
A
Elk individu handelt rationeel en streeft naar de voor allen meest nuttige uitkomst
B
Er zijn grote ongelijkheden die opgelost worden door conflicten uit te vechten
C
Iedereen maakt deel uit van een geordende samenleving waarbij alleen een functie hebben
D
Omdat mensen denken dat iets zo is gaan ze zich er ook naar gedragen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak past het best bij het sociaalconstructivisme paradigma?
A
Elk individu handelt rationeel en streeft naar de voor allen meest nuttige uitkomst
B
Er zijn grote ongelijkheden die opgelost worden door conflicten uit te vechten
C
Iedereen maakt deel uit van een geordende samenleving waarbij alleen een functie hebben
D
Omdat mensen denken dat iets zo is gaan ze zich er ook naar gedragen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies





Het aantal Kamerleden met migratieachtergrond stijgt. Van welke indicator van representativiteit is dit een voorbeeld?
Het aantal Kamerleden met migratieachtergrond stijgt. Van welke indicator van representativiteit is dit een voorbeeld?
A
Achtergrondkenmerken
B
Standpunten
C
Besluiten

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Het aantal Kamerleden zegt nog niks over de kwaliteit van de vertegenwoordiging. Welk begrip beoordeelt de kwaliteit van vertegenwoordiging?
Het aantal Kamerleden zegt nog niks over de kwaliteit van de vertegenwoordiging. Welk begrip beoordeelt de kwaliteit van vertegenwoordiging?
A
Representatie
B
Representativiteit

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



'Ik ben sociaal, vriendelijk en behulpzaam.'

Over welk aspect van identiteit gaat het hier?
'Ik ben sociaal, vriendelijk en behulpzaam'

Over welk soort identiteit gaat het hier?
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit
D
Externe collectieve identiteit

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk nauwkeurig conceptueel model kun je afleiden uit het filmpje?
'Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe groter de kans op een hoger inkomen' 
Wat is de onafhankelijke (O) en wat is de afhankelijke (A) variabele in dit geval?
A
O: inkomen A: opleidingsniveau
B
O: opleidingsniveau A: inkomen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies





Welke twee functies van socialisatie herken je in dit filmpje over de Black Lives Matter beweging?
Welke twee functies van socialisatie herken je in dit filmpje over de Black Lives Matter beweging?
A
Voortzetten van een (sub)cultuur
B
Veranderen van een (sub)cultuur
C
Identificatie met anderen
D
Gedragsregulatie

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De petitie voor de 'sleepwet' werd in 2017 ruim 400.000 keer ondertekend. Bij welke stap van omzetting hoort deze actie?
A
Politieke agendavorming
B
Beleidsvoorbereiding
C
Beleidsbepaling
D
Geen een

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies




Welk begrip past het beste bij de inburgeringscursus?
Welk begrip past het beste bij de inburgeringscursus?
A
Enculturatie
B
Acculturatie
C
Tegencultuur
D
Socialisatie

Slide 17 - Quizvraag

Het gaat hier om een specifieke vorm van socialisatie, namelijk acculturatie. Mensen die een inburgeringscursus doen zijn zijn bezig met het aanleren en het verwerven van een nieuwe cultuur.
Barriere 2 is
A
(h)erkennen van problemen
B
besluiten uitvoeren
C
besluitvorming
D
afwegen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies