Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 2. Zo werkt dat: instructies lezen en opvolgen
Vorige keer
3 communicatiedoelen
4 manieren van lezen onderscheiden
leesstrategie
doel, soort en vorm
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Vorige keer
3 communicatiedoelen
4 manieren van lezen onderscheiden
leesstrategie
doel, soort en vorm
Slide 1 - Tekstslide
Bij welke strategie kijk je naar de bron van een tekst?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Kritisch lezen
Slide 2 - Quizvraag
Bij welke strategie let je op de signaalwoorden?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Kritisch lezen
Slide 3 - Quizvraag
Bij welke strategie zorg je dat je alle woorden begrijpt?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Kritisch lezen
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Welke instructieve teksten zijn er op je stage of werk?
Slide 6 - Open vraag
De vorige keer
Ik heb geleerd dat:
ik een
woordenboek
kan
gebruiken en
woordraadstrategie
kan
toepassen;
ik voorbeelden kan geven van
vormgeving
in teksten;
ik weet welke functie
beeld in teksten
heeft;
ik
kenmerken
van
instructies en gebruiksaanwijzingen
kan benoemen.
Slide 7 - Tekstslide
Woordenboek
Woordraadstrategie
Alfabetische volgorde
Kost tijd
Meerdere betekenissen
Terug lezen, vooruit lezen
Plaatjes in de tekst
Deel van het woord herkenbaar
Slide 8 - Sleepvraag
Wat hoort NIET bij de vormgeving van teksten
A
Aandacht van de lezer trekken.
B
Kleurvlakken
C
Zin begint met ww in ik-vorm.
D
Lay- out
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de functie van beeld in teksten?
A
Verwarren
B
Verduidelijken
C
Vervagen
D
Aantrekkelijk maken
Slide 10 - Quizvraag
Wat kan ik benoemen als kenmerken van instructies en gebruiksaanwijzingen?
A
Gebruik van opsommingstekens
B
Poëtische taal
C
Filosofische concepten
D
Stapsgewijze uitleg
Slide 11 - Quizvraag
Lesdoelen
Aan het eind van de les:
weet ik het verschil tussen
schooltaal, algemene beroepstaal en vaktaal
;
kan ik de
communicatiedoelen
benoemen;
weet ik de
kernzin
in iedere
alinea
te vinden;
herken ik
signaalwoorden voor tekstverbanden
;
kan ik 5
leesstrategieën
benoemen.
Slide 12 - Tekstslide
2. Communicatiedoelen
Lezer: ontvanger -> Schrijver: zender
Informeren (nieuws)
Instrueren (kookboek)
Overtuigen (reclame)
Slide 13 - Tekstslide
5. Manieren van lezen
Waarom? Scheelt tijd en begrijpt tekst beter.
Oriënterend lezen
Globaal lezen
Intensief lezen
Kritisch lezen
Slide 14 - Tekstslide
Oriënterend lezen
Titel
Tussenkopjes
Illustraties
Bron
Inleiding
Slot
Slide 15 - Tekstslide
Globaal lezen
Onderwerp
Hoofdzaken
Kernzinnen (begin/ eind alinea)
Signaalwoorden (helpt je tekst te begrijpen)
Samenvatting
Slide 16 - Tekstslide
Intensief lezen
Tekst helemaal begrijpen
Aandachtig lezen
Leest informatie, standpunt, argumenten en voorbeelden
Zoekt betekenis moeilijke woorden op
Opbouw tekst
Hoofdgedachte
Slide 17 - Tekstslide
Kritisch lezen
Beoordeelt de tekst
Leest vanuit de ogen van de schrijver
Wat wil de schrijver met de tekst bereiken
Standpunt schrijver
Argumenten
Slide 18 - Tekstslide
41. Alinea's en kernzinnen
Alinea's
witregel
boven en onder of
inspringen
Inhoud
hoort bij elkaar, deelonderwerp,
(hetzelfde gedachte-eenheid)
Kernzinnen
: inhoudelijk belangrijkste zin van alinea (begin of eind)
Slide 19 - Tekstslide
42. Tekstverbanden en signaalwoorden 1
Tekstverband
Signaalwoorden
Tegenstelling
Maar, toch, echter, hoewel
Opsomming
En, bovendien, verder, ten eerste, ook, ten slotte, daarnaast, tevens
Samenvatting
kortom, al met al
Conclusie
dus, hieruit volgt, dan ook
Slide 20 - Tekstslide
42. Tekstverbanden en signaalwoorden 2
Tekstverband
Signaalwoorden
Vergelijking
zoals, evenals, net zo, als
Toelichting/ uitleg
zo, zoals, bijvoorbeeld, ter illustratie, met andere woorden
Voorwaarde
als, indien, mits, tenzij, wanneer
Tijd/ chronologie
vroeger, nu, eerst, later, nadat, inmiddels, daarna, dan, tijdens
Slide 21 - Tekstslide
42. Tekstverbanden en signaalwoorden 3
Tekstverband
Signaalwoorden
Oorzaak- gevolg
doordat, waardoor, daardoor, te danken/wijten aan, zodat
Reden- verklaring
omdat, daarom, want, namelijk, immers, aangezien
Doel- middel
om, daartoe, opdat, om te, met behulp van, door middel van
Slide 22 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les 3 Zo werkt dat instructies en procedures.
September 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Les 1. Zo werkt dat: instructies lezen en opvolgen
September 2024
- Les met
21 slides
Les 2 Lezen om je vakdeskundigheid te vergroten
September 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Les 2 Zo werkt dat instructies lezen en opvolgen
Februari 2022
- Les met
13 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Leesvaardigheid
April 2017
- Les met
12 slides
door
Examentraining
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Examentraining
Les 1 Zo werkt dat instructies en procedures opvolgen 2F
September 2023
- Les met
11 slides
Voorbereiding toets lezen DOOR Nederlands 2F BBL 2/3
Oktober 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Tekstverbanden en signaalwoorden
Februari 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Secundair onderwijs