In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Wat gaan we doen?
* Terugblik vorige les
* Leerdoelen vandaag
* Luisteren naar informatieve tekst
* Zelfstandig aan de slag
* Evaluatie leerdoel * Escaperoom
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent innerlijk?
A
gedachten en gevoelens mens
B
spannend verhaal
C
persoon in een boek of film
D
eenvoudig plaatje
Slide 2 - Quizvraag
Chronologisch
A
Door een hevige sneeuwbui was de helft van de weg ingestort.
B
Het is goed dat de Europese landen een verbod op zeehondenbont hebben ingevoerd, omdat de zeehondenjacht in Canada maar blijft doorgaan.
C
Mijn vrije tijd gebruik ik voor leuke dingen. In de eerste plaats sport ik graag. Verder houd ik van televisiekijken. Ook vind ik het heerlijk om een spannend boek te lezen.
D
We begonnen met een handjevol mensen. Daarna meldden zich een aantal vrijwilligers. Nu is ons gebouw al te klein.
Slide 3 - Quizvraag
Hoe leer je het innerlijk van een persoon kennen?
A
Door te weten waar hij woont
B
Door mee te kijken met zijn gevoelens en gedachten.
C
Door beschrijving van hoe hij eruit ziet.
D
Door goed te kijken wat hij allemaal doet.
Slide 4 - Quizvraag
Is een dagboek chronologisch?
A
Ja, want het is altijd op tijdsvolgorde
B
Ja, want het is waar gebeurd
C
Nee, want er kunnen dagen overgeslagen zijn
D
Nee, want een dagboek begint altijd bij het eind
Slide 5 - Quizvraag
Leerdoelen vandaag
Je begrijpt de hoofdpunten.
Je legt relaties tussen delen van het fragment.
Je ordent informatie voor een beter begrip.
Je verwoordt een oordeel over een fragment en licht dit toe.
Je vat een eenvoudig fragment beknopt samen voor jezelf.
Slide 6 - Tekstslide
Relaties delen van een fragment
Net als een geschreven tekst heeft een gesproken tekst ook een opbouw: een inleiding, middenstuk en slot.
Slide 7 - Tekstslide
Opbouw gesproken tekst
In de inleiding wordt meestal verteld waar het fragment over gaat: het onderwerp wordt geïntroduceerd. Ook kan er een aanleiding worden genoemd voor het maken van het fragment of de opbouw van het fragment worden aangegeven.
In het middenstuk kunnen bijvoorbeeld voor- en nadelen worden gegeven, oplossingen voor een probleem worden gegeven of argumenten worden gegeven waarom iets juist wel of niet goed is. Natuurlijk kan er ook gewoon informatie worden gegeven.
In het slot kan een samenvatting en/of een conclusie bevatten.
Slide 8 - Tekstslide
Signaalwoorden + samenvatting
Hoe orden je de informatie van de verschillende delen? Door op signaalwoorden te letten. Hoor je één van de signaalwoorden? Dan kun je ervan uitgaan dat er een verband aan komt.
Een samenvatting is een korte weergave in je eigen woorden van een tekst. Je schrijft alleen de hoofdzaken op en laat de bijzaken achterwege. In je samenvatting zorg je ervoor dat het onderwerp en de hoofdgedachte duidelijk naar voren komt.
Slide 9 - Tekstslide
Zelfstandig aan het werk
Verder werken aan de doelen van Nederlands >
portal > Blok 3 > Trede 13
Van het kopje kijken en luisteren maken >
- Begrijpen
Klaar? > Verder werken aan het vak Nederlands of werk aan je eigen doelen
Slide 10 - Tekstslide
Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandignaamwoord
D
Woorden die extra informatie geven
Slide 11 - Quizvraag
Inleiding
Kern
Slot
Introduceren van het onderwerp
Onderwerp
+ deelonderwerpen
Samenvatting of conclusie
Slide 12 - Sleepvraag
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
omdat
B
zoals
C
en
D
maar
Slide 13 - Quizvraag
Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor 'tijd'?
A
eerst
B
ten slotte
C
daarna
D
denk aan
Slide 14 - Quizvraag
Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
opsomming
tegenstelling
samenvatting
echter
maar
ook
samenvattend
daarnaast
kortom
Slide 15 - Sleepvraag
Escape room - Kun jij ontsnappen bij Nederlands?
Slide 16 - Tekstslide
Groepjes maken
Maak een groepje van 4 á 5 mensen.....
Ga bij elkaar in een groepje zitten!
Slide 17 - Tekstslide
De opdracht:
Los de puzzels binnen 40 minuten op.
Fluisteren, je wilt niet dat een ander er met jouw antwoorden