Present Continuous + present simple

Present Continuous - Duurvorm
present simple - herhaling
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Present Continuous - Duurvorm
present simple - herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les kan je
  • De present simple gebruiken
  • De vorm van de 'Present Continuous' herkennen en gebruiken.
  • Weten wanneer je de 'Present Continuous' moet gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Present simple
Shit-rule  
He/She/It werwoord + s

Slide 3 - Tekstslide

Present Simple 'gewone' (bevestigende zinnen)
I/you/we/they + werkwoord
examples: I go, you see, we think, they walk
he/she/it + werkwoord+s
Examples: she walks, he sees, she fixes, it flies

Slide 4 - Tekstslide

Uitzondering in spelling:
werkwoord eindigt op s-klank: werkwoord +es
wash - washes, box -boxes, pass - passes etc....

Werkwoord eindigt op medeklinker + y: y wordt -ies
cry - cries, fly-flies, dry - dries etc....


Slide 5 - Tekstslide

onregelmatig:
I do - she does
I go - he goes
I have - she has
I can - he can
(en het werkwoord 'to be' natuurlijk)

Slide 6 - Tekstslide

I .... pizza
A
love
B
loves
C
loveses

Slide 7 - Quizvraag

Patrick ..... English
A
teach
B
teaches
C
teachs

Slide 8 - Quizvraag

My parents .... two cars
A
own
B
owns
C
ownes

Slide 9 - Quizvraag

My brother .... a cat
A
have
B
haves
C
has

Slide 10 - Quizvraag

The plane .... to Ireland every Sunday
A
fly
B
flys
C
flies

Slide 11 - Quizvraag

Policemen ..... robbers
A
catch
B
catches
C
catchs

Slide 12 - Quizvraag

My dad .... the dishes every day
A
do
B
does
C
dos

Slide 13 - Quizvraag

My little sister always .... outside
A
play
B
plaies
C
plays

Slide 14 - Quizvraag

Peter and Miranda .... in Breda
A
live
B
lives
C
liveses

Slide 15 - Quizvraag

We .... to school from Monday to Friday
A
go
B
goes
C
gos

Slide 16 - Quizvraag

Pete always .... to Spain in the summer holiday
A
go
B
goes
C
gos

Slide 17 - Quizvraag

The students .... the English lessons
A
like
B
likes
C
likeses

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

Ging het goed? Of vond je het juist lastig? Vertel dat hieronder

Slide 21 - Open vraag

Present continuous
I am reading
You are reading
He/she/it is reading
We are reading
You are reading
They are reading

Slide 22 - Tekstslide

Welke drie tegenwoordige tijd vormen van 'to be' ken je?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Link

Wanneer gebruik je de 'Present Continuous'?
  • De vorm gebruik je als iets aan de gang is op het moment dat je erover spreekt of schrijft.
  • Iets gebeurt dus op dit moment.

Slide 25 - Tekstslide

Hoe ziet de vorm eruit?
am / are / is + werkwoord + ing

He is working at the moment.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Voorbeeld
I am screaming at my computer right now.

Slide 28 - Tekstslide

Voorbeeld
Timmy is sitting on a warm toilet seat.

Slide 29 - Tekstslide

Voorbeeld
The cats are pushing all the buttons in the elevator.

Slide 30 - Tekstslide

Let op!
Als het werkwoord eindigt op een -e, dan laat je deze weg als je -ing toevoegt.

to dance - I'm dancing

Slide 31 - Tekstslide

Let op!
Als het werkwoord één lettergreep heeft en eindigt op een klinker + medeklinker verdubbel je de laatste medeklinker.

to hit        - hitting
to run       - running

Slide 32 - Tekstslide

We ... the dishes right now

A
are doing
B
was doing
C
are do
D
was do

Slide 33 - Quizvraag

Look! They ... him his present
A
are give
B
were give
C
are giving
D
were giving

Slide 34 - Quizvraag

I ... a book for school right now
A
am read
B
am reading
C
was read
D
was reading

Slide 35 - Quizvraag

She ... her bag all by herself as we speak
A
is carrying
B
was carried
C
was carrying
D
is carry

Slide 36 - Quizvraag

He ... in the Alps this weekend
A
is skied
B
was skiing
C
was skied
D
is skiing

Slide 37 - Quizvraag

You're the reason why I .... in the mirror,
.... in the shower.
present continuous-1

Slide 38 - Open vraag

Listen and fill in the gaps: The clock ... ... so stay.
4. the man is looking at a mine.
present continuous-6

Slide 39 - Open vraag

So comfortable we ... ...
in a bubble, bubble.
4. the man is looking at a mine.
present continuous-7

Slide 40 - Open vraag

Choose the Present Continuous:
Look! The birds ___ away!
A
fly
B
flying
C
are fly
D
are flying

Slide 41 - Quizvraag

Choose the Present Continuous:
We ___ English class right now.
A
have
B
are having
C
are have
D
are haveing

Slide 42 - Quizvraag

Choose the Present Continuous:
Why ___ for vacation?
A
are we leaving
B
are we leave
C
we leaving
D
we leave

Slide 43 - Quizvraag

Samenvatting
  • Je gebruikt de Present Continuous als iets nu gebeurt.

  • Dit is de vorm: am / are / is + ww + ing

  • Werkwoord eindigt op -e? Weg ermee!

  • Eén lettergreep, eindigt op klinker + medeklinker? = extra medeklinker!

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Link

Slide 46 - Link

Slide 47 - Video

Slide 48 - Link

1 =
2=
3 =
4=
5=
6=
7=
8=
10=
9=
Luister en schrijf op een blad papier wat voor spellen zij aan het doen zijn.

Slide 49 - Tekstslide