les vrijdag H2c Unit 2

Read book
timer
10:00
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Read book
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Unit 2 
Preparing for the test

Slide 2 - Tekstslide

Plan
Past simple

Study for test 

Slide 3 - Tekstslide

Past Simple
Past simple!

Slide 4 - Tekstslide

The Past Simple
Bij regelmatige ww                     Bij onregelmatige ww
altijd het hele WW + ed

Je gebruikt de Past Simple als je zeker 
weet dat iets in het verleden gebeurd is
en nu afgelopen is.

2e rij (Past Simple)

Slide 5 - Tekstslide

Vragen en ontkenningen
Bij alle werkwoorden (regelmatig en onregelmatig) hetzelfde:

Vragen: Did + onderwerp + hele werkwoord
Ontkenningen: Onderwerp + didn't + hele werkwoord

Slide 6 - Tekstslide

Look at the words below. Which ones are signal words for the Past Simple and which ones are not?
Signal word for the Past Simple

Does not go with the Past Simple
Next Friday
Yesterday
Never
Last Wednesday
Often
Tomorrow

Slide 7 - Sleepvraag

Past simple:

Wat is de regel van de past simple?
A
werkwoord + - ed (worked) of 2e rijtje van de onregelmatige werkwoorden
B
shit = bij she/he/it : werkwoord + -(e)s
C
vorm van to be + werkwoord + -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (helped, found)

Slide 8 - Quizvraag

How do you make the past simple negative?
A
didn't + ww+ed
B
didn't + ww
C
don't + ww
D
doesn't + ww

Slide 9 - Quizvraag

Klopt! 
Klopt niet! 
Een (+) past simple eindigt altijd op -ed
Je gebruikt de past simple voor dingen die altijd waar zijn. 
Je ontkent een past simple door didn't plus het hele werkwoord te gebruiken 
Past Simple gaat om een specifiek moment in het verleden.

Slide 10 - Sleepvraag

PAST SIMPLE:
in welke zin wordt de past simple gebruikt?
A
I have lived in Utrecht for 13 years.
B
I was living in Utrecht.
C
I lived in Utrecht in 2010
D
I am living in Utrecht.

Slide 11 - Quizvraag

Past Simple:

Wat zijn de signaalwoorden van de Past Simple?
A
Tomorrow, next week, in 2026,
B
Last month, yesterday, a month ago, in 2012
C
Today, now, always.
D
Since 2007, From the 1st of January, before

Slide 12 - Quizvraag

Which question is correct in the past simple/simple past?
A
Did you went to Spain?
B
Had you gone to Spain?
C
Did you go to Spain?
D
Have you gone to Spain ?

Slide 13 - Quizvraag

past simple
Geen past simple! Present perfect
Geen past simple! Past Continuous

Slide 14 - Sleepvraag

What is the correct Past simple negative:
You arrived yesterday.
A
You have not arrived yesterday
B
You didn't arrived yesterday.
C
You didn't arrive yesterday.
D
Did you arrive yesterday?

Slide 15 - Quizvraag

Which sentence is a negative past simple sentence?
A
I have not gone to a party yet
B
I did not go to the party last night
C
I will not go to the party tomorrow
D
I am not going to the party tonight

Slide 16 - Quizvraag

Past simple
v
p - ww+ed / 2e rijtje - to - hele ww
She wanted to buy.....
-
p - didn't - ww - to - hele ww
She didn't want to buy...
?
did - p - ww - to - hele ww
Did she want to buy...

Slide 17 - Tekstslide

Past simple regular verbs

Past simple irregular verbs
paint
carry
be
write
hear
lose
feel
beg
advise
have

Slide 18 - Sleepvraag

Past simple regular verbs

Past simple irregular verbs
leave
stop
fly
jump
buy
keep

Slide 19 - Sleepvraag

Past simple regular verbs

Past simple irregular verbs
swim
walk
drive
cook
give
have

Slide 20 - Sleepvraag

PAST SIMPLE:
Which sentence uses the past simple correctly?
(vraag/past simple)

A
Did you bake eggs for breakfast yesterday?
B
Did you baked eggs for breakfast yesterday?
C
Have you baked eggs for breakfast yesterday?
D
Are the eggs baked yet?

Slide 21 - Quizvraag


Past Simple
Wanneer gebruik je de Past Simple?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 22 - Quizvraag

Now you can choose
  • Test yourself on All Right! online
  • Grammar worksheets on Teams
  • Study words and Expressions
  • Other way to study?

Slide 23 - Tekstslide