Geslacht: der, die of das?
mannelijk: der (mannelijke personen en/of dieren)
vrouwelijk: die (vrouwelijke personen en/of dieren, woorden op -e)
onzijdig: das (het-woorden)
meervoud: die (bij meer dan één, ongeacht het geslacht)
Weet je nog hoe het zit, en kun je het ook toepassen?
We testen het................. pak je laptop erbij.