3M Oefenen kruisingen

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht
Bij labradors is het gen voor een zwarte vacht (A) dominant over het gen voor een gele vacht (a).
Een zwartharig vrouwtje (homozygoot) paart met een geelharig mannetje. Wat is de kans op een zwartharige pup?

Slide 2 - Tekstslide

Antwoord
Er is 100% kans op een zwartharige pup. (F1)

Slide 3 - Tekstslide

Programma
  • Leerdoelen
  • Klassikaal oefenen met kruisingen
  • Opdrachten kruisingen maken
  • Afsluiting --> leerdoelen checken

Slide 4 - Tekstslide

Thema 3 Erfelijkheid en evolutie
3.1 Genotype en fenotype
3.2 Genen
3.3 Kruisingen
3.4 Stambomen
3.5 Variatie in genotypen
3.6 Evolutie
3.7 Verwantschap
3.8 DNA technieken

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je kunt een kruisingsschema opstellen
  • Je kunt bij een gegeven kruising de genotypen en fenotypen van ouders en/of nakomelingen afleiden.

Slide 6 - Tekstslide

Oefenen: Kruisingsschema 
Het gen voor een normale sinaasappel is dominant over het gen voor navelsinaasappel
a. Een sinaasappel heeft genotype Bb. Is het dan een normale sinaasappel of een navelsinaasappel?
b. Geef het genotype van een navelsinaasappel.
c. Een homozygote normale sinaasappel wordt gekruist met een navelsinaasappel. 
    Hoe zien de genotypen van de nakomelingen er uit?
d. Je gaat de nakomelingen onderling weer kruisen.
     Hoeveel % van de nakomelingen zijn normale sinaasappelen?

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden
Normale sinaasappel: dominant (B)
Navelsinaasappel:  recessief (b)

1a. Bb is een normale sinaasappel
1b. Navelsinaasappel = bb
1c. Homozygote normale sinaasappel BB
      Navelsinaasappel (ook homozygoot) bb
Alle nakomelingen zien er uit als normale sinaasappels 
(zie bovenste kruisingsschema)
1d. Bb = normale sinaasappel. 75% is een normale sinaasappel.
(zie onderste kruisingsschema)

Slide 8 - Tekstslide

Oefenen intermediair fenotype
Bij leeuwenbekjes is een roze bloemkleur een intermediair fenotype (zie de afbeelding). 
Twee leeuwenbekjes met roze bloemen planten zich onderling voort.
Maak opdracht 5 van
basisstof 3 op 
blz 184. 
Wit leeuwenbekje = AwAw
Roze leeuwenbekje = ArAw
Rood leeuwenbekje = ArAr

timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden
5a. ArAw
5b. 25% kans op rode bloemen (ArAr)
5c. Roze bloemen in de F1 --> ArAw = 50% (2 hokjes), dus de helft van de 56 zaden = 28 zaden.
5d. Het kan toeval zijn dat een allel meerdere keren wordt doorgegeven
Wit leeuwenbekje = AwAw
Roze leeuwenbekje = ArAw
Rood leeuwenbekje = ArAr

Slide 11 - Tekstslide

Maken
Oefenopgaven erfelijkheid, kruisingen en stambomen
Opdracht 1 en 2

Eerder klaar? 
Maak dan de oefenvragen 3.1 t/m 3.3 (LessonUp)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide