Kruisingen oefenen

Kruisingen oefenen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Kruisingen oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Oefenen: Kruisingsschema nr. 1

Het gen voor een normale sinaasappel is dominant over het gen voor navelsinaasappel

a. Een sinaasappel heeft genotype Bb. Is het dan een normale sinaasappel of een navelsinaasappel?

b. Geef het genotype van een navelsinaasappel

c. Een homozygote gewone sinaasappel wordt gekruist met een navelsinaasappel. 
    Hoe zien de genotypen van de nakomelingen er uit?

d. Je gaat de nakomelingen onderling weer kruisen.
     Hoeveel % van de nakomelingen zijn gewone sinaasappelen?

Slide 2 - Tekstslide

a) Je ziet een
                 normale sinaasappel
antwoord opdracht 1

Slide 3 - Tekstslide

Oefenen: Kruisingsschema nr. 2
Het gen voor de paarse bloemen is Dominant over het gen voor witte bloemen.

Een tuinder kruist paarse bloemen die homozygoot zijn voor de bloemkleur met witte bloemen. 
Gebruik de letter R en r.

a. Wat zijn de genotypen van de ouders?

b. Maak een kruisingsschema

c. Wat is het genotype van F1?

d. Hoeveel procent is er aanwezig van dit genotype?

e. Wat is het fenotype (Welke kleur heeft de bloem)?

Slide 4 - Tekstslide

antwoord opdracht 2

Slide 5 - Tekstslide

Oefenen: Kruisingsschema nr. 3
Bij cavia’s is het gen voor zwarte vacht dominant over het gen voor witte vacht.

Een witte cavia paart met een zwarte heterozygote cavia.

a. Schrijf de genotypen van de ouders op

b. Maak een kruisingsschema.

c. Hoeveel % van de kinderen is wit?

d. Hoeveel % is homozygoot?

Slide 6 - Tekstslide

antwoord opdracht 3

Slide 7 - Tekstslide

Oefenen: Kruisingsschema nr. 4
De voorbeelden over de oogkleur van de mens zijn een versimpeling, omdat daar
meer genen bij betrokken zijn dan alleen het gen voor bruine of blauwe ogen.
Blauw/bruin is wel de basis voor de oogkleur. Andere genen beïnvloeden die kleuren in de richtingen goudbruin, groen, grijs violet. We beperken ons echter tot bruin/blauw.
Bij de mens is de bruine oogkleur Dominant (B) over b (blauwe oogkleur). 

Een man met bruine ogen met genotype BB krijgt kinderen met een vrouw die blauwe ogen heeft. 

a) Maak het kruisingsschema. 
b. Welke oogkleur(en) zullen hun kinderen hebben?

Slide 8 - Tekstslide

antwoord opdracht 4

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen: Kruisingsschema nr. 5

Een man met blauwe ogen krijgt met zijn vriendin die bruine ogen en genotype Bb heeft, kinderen. 

a. Maak het kruisingsschema. 

b. Welke kleur(en) ogen zullen die kinderen hebben?

Slide 10 - Tekstslide

antwoord opdracht 5

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen: Kruisingsschema nr. 6
Bij runderen is het gen voor zwarte haarkleur Dominant over het gen voor rode haarkleur. Gebruik de letters A en a.
Een zwartharige koe die homozygoot is voor de haarkleur, wordt gekruist met een rood harige stier.
a) Maak het kruisingsschema
b) Wat is het genotype van F1?

Een F1 koe wordt bevrucht door een F1 stier

c) Maak het kruisingsschema
d) Hoeveel % zwartharige nakomelingen zijn er?
e) Hoeveel % nakomelingen hebben het genotype Aa
f) Wat is de kleur van de nakomeling die het genotype Aa heeft?
g) Wat is het fenotype (wat is de kleur) van het rund met het genotype aa?

Slide 12 - Tekstslide

antwoord opdracht 6

Slide 13 - Tekstslide

Kruisingsschema oef 7
Een mannetjes konijn met blauwe ogen kruist met een heterozygoot konijn met bruine ogen. 

Maak het Kruisingsschema. Gebruik de letter A en a 
ALLE STAPPEN ZIJN TE ZIEN! 
Trek de conclusies.

Slide 14 - Tekstslide

antwoord opdracht 7

Slide 15 - Tekstslide

Kruisingsschema oef 8
Opdracht A:

Gebruik de letters A en a.
Een homozygote fruitvlieg met een zwart lichaam wordt gekruist met een fruitvlieg met een grijs lichaam.  

Maak een kruisingsschema zoals je dat geleerd hebt. 
Geef de verhoudingen van F1 aan en trek conclusies.

(Het antwoord vind je op de volgende slide)

Slide 16 - Tekstslide

antwoord opdracht 8

Slide 17 - Tekstslide