Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
who/which/that 2.0
To do today
- Recap grammar 10 (who which that)
- Extra explanation about whose/whom
- Exercises and/or study vocabulary
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
To do today
- Recap grammar 10 (who which that)
- Extra explanation about whose/whom
- Exercises and/or study vocabulary
Slide 1 - Tekstslide
Wat is ook alweer een bijzin met essentiële informatie?
Slide 2 - Open vraag
1. onmisbare, noodzakelijke informatie
Chocolate is something
which
we can't get enough of.
-Je kan who/which/that hier weglaten als het niet om het onderwerp van de zin gaat.
-Er is geen komma en er staat een onderwerp achter
Slide 3 - Tekstslide
2. extra, niet noodzakelijke informatie
My friend,
who is a pilot
, is coming tonight,
-tussen komma's
-Je mag GEEN that gebruiken
-Je kan who/which/ hier NIET weglaten
Slide 4 - Tekstslide
Uitleg in je boek:
Blz 75
Slide 5 - Tekstslide
That's the dog (...) pooped in your garden.
A
who
B
which
C
that
D
whose
Slide 6 - Quizvraag
The car, (...) has a flat tire, costs $2000.
A
who
B
which
C
that
D
whose
Slide 7 - Quizvraag
I want to read the book (...) you gave me.
A
which, that , who
B
which, that, X
C
who, whose, whom
D
which, that
Slide 8 - Quizvraag
3. Whose en whom
"Whom" gebruik je in een zin als er een voorzetsel (kastwoord) vóór staat.
> The girl, to whom I was speaking, was really pretty.
Als het voorzetsel er achter staat gebruik je "who"
> The girl, who I was speaking to, was really pretty.
Slide 9 - Tekstslide
3. Whose en whom
"Whose" gebruik je als het gaat om iemands bezit.
> That's the guy whose phone we found.
> Dat is die gozer wiens telefoon we vonden.
Whose kun je vertalen als het Nerderlandse "wiens".
Slide 10 - Tekstslide
My sister, (...) hair is blonde, dyed it black.
A
whos
B
ho's
C
whose
D
who's
Slide 11 - Quizvraag
My sister, to (...) I said don't do it, dyed her hair black.
A
who
B
whom
C
whose
D
which
Slide 12 - Quizvraag
My sister, (1...) laughed at me, dyed her hair black.
A
who
B
whom
Slide 13 - Quizvraag
Choose your activity:
A
H Reading Exercises 18,19,20
B
Practice relative clauses (grammar 10)
C
Study vocabulary (WRTS, Quizlet, etc.)
D
Chill and play games on my phone.
Slide 14 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
havo 4 unit 17
Oktober 2020
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
Leerjaar 4
Relative Clauses
Mei 2020
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
havo 4 unit 17
Januari 2021
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H3 - 20/11/2018
Oktober 2019
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Relative pronouns
November 2023
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Havo 4 - Unit 17
Januari 2021
- Les met
31 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
§2.5 Relative Pronouns
Juli 2023
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Week 9 - Les 2
November 2022
- Les met
18 slides
Middelbare school
havo
Leerjaar 3