Havo 2 - week 22 - werkwoordspelling H6

Welkom!
Nederlands - spelling werkwoorden 4, 5 en 6
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, di, wo, vrij

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands - spelling werkwoorden 4, 5 en 6
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, di, wo, vrij

Slide 1 - Tekstslide

- Waarom ww. spelling belangrijk
- Waar moet je op letten?

Doel: 
- Je kunt in een zin alle werkwoorden aanwijzen.
- Je kunt van elk werkwoord aangeven welke vorm het is (pv, vd, bn, inf)
- Je kunt elk werkwoord juist schrijven.
- je maakt heel bewust een keuze voor -d/-t/-dt.



Vandaag in de les:

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoords-
spelling

Slide 3 - Tekstslide

Werkwoord-
spelling

Slide 4 - Tekstslide

In de tegenwoordige tijd kan een werkwoord nooit een dubbele -d of dubble -t voorkomen.
Ook niet als de -d of de -t niet in het hele werkwoord zit!

Posten jullie deze brief?  (gaan jullie dat zo doen?)
Postten jullie deze brief? (hebben jullie dan gedaan?)

Schorsen jullie deze zitting?
Schorsten jullie deze zitting?

Werkwoordspelling H4 - waar let je op?

Slide 5 - Tekstslide

Sommige zinnen zijn samengesteld:
- Dan zijn er meerdere zinnen samengevoegd tot één langere zin.
Er zitten dan ook meerdere persoonsvormen in die lange zin! (naast de gewone werkwoorden)

a. Ik loop op straat.
b. Ik wil in mijn tas kijken.
c. Ik loop op straat en kijk in mijn tas of ik alles wel bij me heb
d. Ik heb op straat gelopen en ik heb in mijn tas gekeken.
e. Ik liep op staat toen mijn moeder in mijn tas kwam kijken
Werkwoordspelling H5 - waar let je op?

Slide 6 - Tekstslide

betaald en betaalt - het klinkt hetzelfde, maar in een zin gebruik je ze anders!

Werkwoordspelling H6 - Het klinkt hetzelfde

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen betaald en betaalt?

Slide 8 - Open vraag

Omdat Irma de verstokte vrijgezel bijna zijn hele leven liefdevol heeft […] (verzorgen), werd zij na zijn dood […] (belonen) met het grootste deel van de erfenis.
A
verzorgen
B
verzorgt
C
verzorgd
D
verzorgde

Slide 9 - Quizvraag

Omdat Irma de verstokte vrijgezel bijna zijn hele leven liefdevol heeft […] (verzorgen), werd zij na zijn dood […] (belonen) met het grootste deel van de erfenis.
A
belonen
B
beloont
C
beloond
D
beloonde

Slide 10 - Quizvraag

Omdat Irma de verstokte vrijgezel bijna zijn hele leven liefdevol heeft verzorgd (verzorgen), werd zij na zijn dood beloond (belonen) met het grootste deel van de erfenis. 
Waarom?

Slide 11 - Tekstslide

Als een huis door Dinand wordt [...] (bezichtigen), [...] (beoordelen) hij vooral de beschikbare ruimtes.
A
bezichtigen
B
bezichtigt
C
bezichtigd
D
bezichtigdt

Slide 12 - Quizvraag

Als een huis door Dinand wordt [...] (bezichtigen), [...] (beoordelen) hij vooral de beschikbare ruimtes.
A
beoordelen
B
beoordeelt
C
beoordeeld
D
beoordeeldt

Slide 13 - Quizvraag

Als een huis door Dinand wordt bezichtigd (bezichtigen), beoordeelt (beoordelen) hij vooral de beschikbare ruimtes. 
Waarom?

Slide 14 - Tekstslide

Chloë […] (houden) zich in tijdens de volgende les, want haar uitbarsting van gisteren […] (worden) niet door de docent […] (waarderen).
A
houden
B
hield
C
houdt
D
houd

Slide 15 - Quizvraag

Chloë […] (houden) zich in tijdens de volgende les, want haar uitbarsting van gisteren […] (worden) niet door de docent […] (waarderen).
A
worden
B
werd
C
wordt
D
word

Slide 16 - Quizvraag

Chloë […] (houden) zich in tijdens de volgende les, want haar uitbarsting van gisteren […] (worden) niet door de docent […] (waarderen).
A
waarderen
B
waardeerde
C
gewaardeerd
D
gewaardeert

Slide 17 - Quizvraag

Chloë hield/houdt (houden) zich in tijdens de volgende les, want haar uitbarsting van gisteren werd/wordt (worden) niet door de docent gewaardeerd (waarderen).
Waarom?

Slide 18 - Tekstslide

Deze riante villa wordt al jaren door de werkloze Joris [bewoond/bewoont], wat velen [verbaasd/verbaast].
A
bewoond
B
bewoont

Slide 19 - Quizvraag

Deze riante villa wordt al jaren door de werkloze Joris [bewoond/bewoont], wat velen [verbaasd/verbaast].
A
verbaasd
B
verbaast

Slide 20 - Quizvraag

Maak een samengestelde zin waarin de volgende werkwoordsvormen voorkomen: herhaalt – vertrouwd. Je mag de volgorde van de werkwoorden veranderen.
(De schrijfwijze mag je NIET veranderen)

Slide 21 - Open vraag

Wat:  eigen leerlijn spelling H4, 5 en 6 - werkwoorden

Wanneer: Einde deze week af! (29 mei )
Hoe: werk netjes, als je iets niet snapt, dan mag je het opzoeken/in de chat vragen. 

Kijk goed naar de filmpjes in de methode en als je niet lukt, trek dan op tijd aan de bel!


Aan de slag!

Slide 22 - Tekstslide