H8 Getallen 8.3 en 8.4

Eenheden van tijd
Aan het einde van deze les kun je....
eenheden van tijd herkennen
de verschillende eenheden van tijd benoemen
met eenheden van tijd rekenen
eenheden van tijd omrekenen in elkaar

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Eenheden van tijd
Aan het einde van deze les kun je....
eenheden van tijd herkennen
de verschillende eenheden van tijd benoemen
met eenheden van tijd rekenen
eenheden van tijd omrekenen in elkaar

Slide 1 - Tekstslide

De eenheden van tijd

Slide 2 - Tekstslide

Eenheden van tijd

  • 6,7 uur = ................. uren en ................... minuten


  • 85 uren = ........... dagen ............uren..........min..........sec

Slide 3 - Tekstslide

Rekenen met eenheden van tijd
                       4,85 dagen= .......... dagen............uren...........min

1) haal de helen eruit
2) kijk goed van welke eenheid naar welke eenheid je gaat
-reken van de oude naar de nieuwe eenheid

Slide 4 - Tekstslide

Eenheden van snelheid
Aan het einde van deze les kun je....
eenheden van tijd en afstand herkennen
eenheden van snelheid herkennen
de verschillende eenheden van snelheid benoemen
met eenheden van snelheid rekenen
eenheden van snelheid omrekenen inelkaar

Slide 5 - Tekstslide

Eenheid van snelheid
Met deze schema rekenen je snelheden om.
Neem daarom het schema (met voorbeeld) over in je schrift.

Voorbeeld:
10 m/s = 10 x 3,6 = 36 km/uur

Slide 6 - Tekstslide

Snelheid omrekenen

Twee belangrijke 
eenheden van snelheid zijn:

- kilometer per uur --> km/uur
- meter per seconde --> m/s

Slide 7 - Tekstslide

 Eenheden van snelheid
Leontien fietst 5 meter per seconde.
Hoeveel km is dat in één uur?





  • Kun je dit ook in 1 keer uitrekenen, zonder tabel?
  • Dit is opgave 43 in je boek.
Snelheid Leontien
m ->km =  :1000
sec -> uur = x 3600

x3600 :1000 = x 3,6

Slide 8 - Tekstslide

 Eenheden van snelheid
De meest gebruikte eenheden van snelheid zijn:





Voorbeelden, rond af op 1 decimaal:
  • 33 m/s = ...... km/uur
  • 50 km/uur = ...... m/s

Slide 9 - Tekstslide

Eenheden van snelheid
Leontien fietst 5 meter per seconde.
Hoeveel km/uur is dat?






Snelheid Leontien

Slide 10 - Tekstslide

Eenheden van snelheid
Leontien fietst 5 meter per seconde.
Hoeveel km/uur is dat?






Snelheid Leontien

Slide 11 - Tekstslide