310 les 16: 8.4 / Eenheden van snelheid - 3M

Start geen nieuwe vergadering
Telefoon in de telefoontas.

Laptop in de tas.
Welkom   wiskunde!
Wat gaan we doen?
●  vragen over het huiswerk?
● Terugblik: Vk2 t/m 8.3
*  wat ga je leren?
●  Uitleg: 8.4
●  Zelfstandig werken
●  Huiswerk en afsluiting
bij
We gaan zo starten.
Leerdoelenformulier voor je pakken.
Leg je
wiskunde-
spullen 
op tafel.

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Start geen nieuwe vergadering
Telefoon in de telefoontas.

Laptop in de tas.
Welkom   wiskunde!
Wat gaan we doen?
●  vragen over het huiswerk?
● Terugblik: Vk2 t/m 8.3
*  wat ga je leren?
●  Uitleg: 8.4
●  Zelfstandig werken
●  Huiswerk en afsluiting
bij
We gaan zo starten.
Leerdoelenformulier voor je pakken.
Leg je
wiskunde-
spullen 
op tafel.

Slide 1 - Tekstslide

De video is te starten bij de binnenkomst
Hoe noemen we de 375?
98375

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de eenheden van informatie op volgorde van groot naar klein?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zeg 987.654.321 met het woord miljoen en rond af op 1 decimaal.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 987.654.321 in wetenschappelijke notatie.
Rond af op 1 decimaal.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel dagen heeft een schrikkeljaar?
A
356
B
365
C
366
D
355

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
  • Hoeveel uur zit er in een dag?
  • 24 uur
  • Hoeveel uur zit er in 5 dagen?
  • 5 x 24 = 120 uur
  • Hoeveel minuten is 3,5 uur?
  • 3,5 x 60 = 210 minuten
  • Hoeveel uur en minuten is 3,15 uur?
  • 3 uur en (0,15 x 60 =) 9 minuten
  • Hoeveel dagen, uren en minuten is 62,45 uur?
  • Hoeveel uur is 6 uur en 15 minuten? Antwoord is decimaal getal.
  • Hoeveel jaar is 3 jaar en 45 dagen? Antwoord is decimaal getal.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
  • Hoeveel dagen, uren en minuten is 62,45 uur?
  • 62,45 : 24 = 2,602... Dus 2 hele dagen (48 uur).
    Dan hou je 62,45 - 48 =14, 45 uur over.
    62, 45 uur = 2 dagen, 14 uur en (0,45 x 60=) 27 minuten
  • Hoeveel jaar is 3 jaar en 45 dagen? Rond af op 2 decimalen.
  • 45 dagen = 45 : 365 = 0,123... jaar
    3 + 0,123... = 3,123... jaar in totaal
    Dus 3 jaar en 45 dagen = 3, 12 jaar.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je leren?

Je kunt de (gemiddelde) snelheid uitrekenen
wanneer je een afstand en een tijd gegeven krijgt.

Je kent het schema om de snelheid om te rekenen
 van km/uur naar m/s, en andersom.
 En je kunt dit toepassen.
H7: Oppervlakte en inhoud
VK 2D en 3D
1. Eenheden omrekenen
2. Oppervlakte en omtrek
3. Oppervlakte ruimtefiguren
4. Inhoud
5. Oppervlakte en vergroten
6. Inhoud en vergroten

H8: Getallen
VK Machten
1. Grote getallen
2. Wetenschappelijke notatie
3. Eenheden van tijd
4. Eenheden van snelheid
5. Verhoudingen
H2: Meetkunde
VK Rekenen en Pythagoras
4. Aanzichten

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.5: Eenheden van snelheid
Leontien fietst 5 meter per seconde.
Hoeveel km/uur is dat?






Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.5: Eenheden van snelheid
Leontien fietst 5 meter per seconde.
Hoeveel km/uur is dat?






Snelheid Leontien

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.5: Eenheden van snelheid
Leontien fietst 5 meter per seconde.
Hoeveel km/uur is dat?






Snelheid Leontien

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.5: Eenheden van snelheid
Leontien fietst 5 meter per seconde.
Hoeveel km/uur is dat?






Snelheid Leontien
300 m
18 000 m

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.5: Eenheden van snelheid
Leontien fietst 5 meter per seconde.
Hoeveel km/uur is dat?






Snelheid Leontien
300  m        
18 000 m
18 000 m = 18 km
Dus 5 m/s = 18 km/uur

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.5: Eenheden van snelheid
Dit kan sneller. 
Je deed een getal x60, x60 en daarna :1000. 
Als je dit in 1 stap doet, dan doe je x3,6.
Hieruit volgt dit omrekenschema.

Dus van m/s naar km/uur doe je x 3, 6.
Van km/uur naar m/s doe je : 3,6.





Voorbeelden, rond af op 1 decimaal:
  • 33 m/s = ...... km/uur
  • 50 km/uur = ...... m/s
1x60 = 60
60 x 60 = 3 600
3 600 : 1 000 = 3,6
Dus je hebt uiteindelijk 
1 x 3,6 gedaan

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.5: Eenheden van snelheid
Voorbeelden, rond af op 1 decimaal:
  • 35 m/s = ...... km/uur
  • 35 x 3,6 = 126 
    Dus 35 m/s = 126 km/uur
  • 50 km/uur = ...... m/s
  • 50 : 3,6 = 13,888...
    Dus 50 km/uur        13,9 m/s

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was zijn snelheid in km/uur? En in m/s?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelste marathon
De tijd die hij over 42,195 km deed was 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.
Op de stopwatch stond dus 1:59:40. 
1 uur, 59 minuten en 40 seconden = 119,6... min



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelste marathon
De tijd die hij over 42,195 km deed was 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.
Op de stopwatch stond dus 1:59:40. 
1 uur, 59 minuten en 40 seconden = 119,6... min



afstand
42,295 km
tijd
119,6... min

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelste marathon
De tijd die hij over 42,195 km deed was 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.
Op de stopwatch stond dus 1:59:40. 
1 uur, 59 minuten en 40 seconden = 119,6... min



afstand
42,295 km
tijd
119,6... min
1 uur

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelste marathon
De tijd die hij over 42,195 km deed was 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.
Op de stopwatch stond dus 1:59:40. 
1 uur, 59 minuten en 40 seconden = 119,6... min



afstand
42,295 km
tijd
119,6... min
1 min
1 uur

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelste marathon
De tijd die hij over 42,195 km deed was 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.
Op de stopwatch stond dus 1:59:40. 
1 uur, 59 minuten en 40 seconden = 119,6... min



afstand
42,295 km
tijd
119,6... min
1 min
1 uur
:119,6...
:119,6...
x60...
x60...

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelste marathon
De tijd die hij over 42,195 km deed was 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.
Op de stopwatch stond dus 1:59:40. 
1 uur, 59 minuten en 40 seconden = 119,6... min



afstand
42,295 km
0,353... km
21,206...km
tijd
119,6... min
1 min
1 uur
:119,6...
:119,6...
x60...
x60...

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelste marathon
De tijd die hij over 42,195 km deed was 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.
Op de stopwatch stond dus 1:59:40. 
1 uur, 59 minuten en 40 seconden = 119,6... min



afstand
42,295 km
0,353... km
21,206...km
tijd
119,6... min
1 min
1 uur
:119,6...
:119,6...

Dus hij liep ongeveer 21,2 km/uur


x60...
x60...

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelste marathon
De tijd die hij over 42,195 km deed was 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.
Op de stopwatch stond dus 1:59:40. 
1 uur, 59 minuten en 40 seconden = 119,6... min



afstand
42,295 km
0,353... km
21,206...km
tijd
119,6... min
1 min
1 uur
:119,6...
:119,6...

Dus hij liep ongeveer 21,2 km/uur
21,2 km/uur = 21,2 : 3,6 = 5,890... m/s

x60...
x60...

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelste marathon
De tijd die hij over 42,195 km deed was 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.
Op de stopwatch stond dus 1:59:40. 
1 uur, 59 minuten en 40 seconden = 119,6... min



afstand
42,295 km
0,353... km
21,206...km
tijd
119,6... min
1 min
1 uur
:119,6...
:119,6...

Dus hij liep ongeveer 21,2 km/uur
21,2 km/uur = 21,2 : 3,6 = 5,890... m/s
Dus ongeveer 5,9 m/s
x60...
x60...

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Maken:

Paragraaf 8.4 volgens jouw leerroute


Nakijken:

Huiswerk tot nu toe.


Achter deze les staan een aantal nuttige filmpjes




timer
4:00
Testopgaven: 
F -> blz. 130

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk leerpunt neem jij mee uit deze les?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:01-00:04
Deze uitleg is wel heel anders dan in het boek

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies