9.1: Tweestrijd (9.1.3: Hoogspanning in Europa)

9.1: Tweestrijd
9.1.3: Hoogspanning in Europa
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

9.1: Tweestrijd
9.1.3: Hoogspanning in Europa

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide


Hoe heet dit tijdvak?
A
Tijd van de Eerste Wereldoorlog
B
Tijd van de Wereldoorlog
C
Tijd van de Oorlogen
D
Tijd van de Wereldoorlogen

Slide 3 - Quizvraag


Over welke tijd gaat 
dit tijdvak?
A
1900-1940
B
1914-1918
C
1900-1950
D
1900-1945

Slide 4 - Quizvraag

Reisdoelen
1. Je kunt drie oorzaken noemen voor het ontstaan van spanningen in Europa rond 1900.

2. Je kunt uitleggen wat nationalisme betekent.

3. Je kunt de zes grootste landen groeperen bij het juiste bondgenootschap in 1914.

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet je eigenlijk al 
over de Eerste Wereldoorlog?

Slide 6 - Woordweb


De Eerste Wereldoorlog duurde van
A
1900-1940
B
1914-1918
C
1900-1950
D
1900-1945

Slide 7 - Quizvraag

Spanning in Europa
Door de industriële revolutie was de wereld veranderd. Aan het einde van de 19e eeuw konden fabrieken veel meer producten maken. Naast gewone producten werden er ook veel nieuwe wapens gemaakt. 

Fabrieken hadden grondstoffen nodig die niet in Europa verkrijgbaar waren. Daarom werden veel Afrikaanse landen gekoloniseerd. 

Europese landen lieten hun macht zien, maar de verdeling zorgde wel voor spanningen in de wereld. 

Slide 8 - Tekstslide


Op deze afbeelding zie je een spotprent. In een spotprent wordt iets of iemand belachelijk gemaakt. Leg deze spotprent in je eigen woorden uit: 

Slide 9 - Open vraag

Trots op je land
In de 19e eeuw kwam er nog een ander idee op in Europa: het nationalisme. Door alle overwinningen werden de inwoners trots op hun eigen land. 

Het belang van het eigen land ging voorop staan. Dit betekende dat het ene land zich beter ging voelen dan het andere land. Er ontstond zelfs vijandschap tussen de landen.

Slide 10 - Tekstslide

Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord heeft niets
te maken met nationalisme?
A
vlag
B
land
C
mitrailleur
D
volk

Slide 12 - Quizvraag

Bondgenootschappen
Begin 20e eeuw ontstond er een idee dat er een oorlog tussen Europese landen uit zou kunnen breken. In het geheim werden daarom bondgenootschappen gesloten. 

  • Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland gingen samenwerken in de Triple Entente
  • In het midden van Europa spraken Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië af elkaar te helpen. Dit werden de Centralen genoemd. 

Europa stond rond 1914 onder hoogspanning. Het was wachten op het moment dat een oorlog écht zou uitbreken. 

Slide 13 - Tekstslide

Alleen vechten was misschien niet zo'n goed idee. Daarom waren landen bondgenoten van elkaar geworden. Er waren twee bondgenootschappen: de Geallieerden en de Centralen 
Neutraal
Centralen
Geallieerden
Frankrijk
Duitsland
Rusland
Verenigde Staten
Oostenrijk-Hongarije
Nederland
Groot-Brittannië
Turkse Rijk

Slide 14 - Sleepvraag

Werktijd
Basis
Kader
Klaar? 

Maak 9.1: Tweestrijd 

Opdr. 7a - 11
Maak 9.1: Tweestrijd

Opdr. 12 - 16b
Even wat voor jezelf 

Slide 15 - Tekstslide