W4 Fi 3V weektaak

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Argumentatie

Slide 3 - Woordweb

Ethiek

Slide 4 - Woordweb

Keuze?
A
Argumentatie
B
Ethiek

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Ben je het eens of oneens met Loesje? Licht je antwoord toe.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Vergelijk voorbeeld 1 en 4 uit paragraaf 1. Met welk voorbeeld ben jij het eens? Beargumenteer je antwoord.

Slide 10 - Open vraag

Beargumenteer waarom je het met het andere voorbeeld oneens bent.

Slide 11 - Open vraag

Beargumenteer of jij de conclusie in voorbeeld 2 'Klaplopers van de ergste soort' juist vindt.

Slide 12 - Open vraag

Probeer de standpunten in voorbeeld 2 en 3 in één redenering met elkaar te verbinden.

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Probeer de standpunten in tekst 1 en 2 in één redenering met elkaar te verbinden.

Slide 15 - Open vraag

Beargumenteer of jij het eens bent met tekst 3.

Slide 16 - Open vraag

Leg in eigen woorden uit waaraan volgens jou de juist argumentatie moet voldoen.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Ben je het eens of oneens met Loesje? Licht je antwoord toe.

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Wat zijn waarden?
A
iets wat heel erg belangrijk is voor jou
B
iets wat veel geld waard is
C
iets wat niet heel belangrijk voor je is
D
iets wat je met respect wil behandelen

Slide 21 - Quizvraag

Wat zijn normen?
A
dat zijn de cijfers waaraan je moet voldoen om over te gaan
B
regels waaraan je je moet houden als iets van waarde is voor jou
C
dat zijn regels waaraan je je moet houden (bijv. op school)
D
dat zijn regels waar je je vaak niet bewust van bent

Slide 22 - Quizvraag

Beargumenteer of jij vindt dat het weggooien van een peuk op straat beboet moet worden met €46.

Slide 23 - Open vraag

Stel je werkt in een winkel en verdient er een aardige zakcent mee. Na verloop van tijd dringt het tot je door dat je zwart werk. Wat zou je doen?

Slide 24 - Open vraag

Beargumenteer of jij de stelling rechtvaardig vindt:
"Orgaandonoren moeten voorrang krijgen bij het ontvangen van organen."

Slide 25 - Open vraag

Beargumenteer of jij de stelling rechtvaardig vindt:
"Wie meer betaalt moet in een ziekenhuis ook op meer zorg kunnen rekenen."

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Is het risico bij de tweede test aanvaardbaar? Licht je antwoord toe.

Slide 28 - Open vraag

Ben je voor of tegen abortus? Licht je antwoord toe.

Slide 29 - Open vraag

Wie is de maat voor zo'n beslissing? Het ongeboren kind of de ouder(s)?

Slide 30 - Open vraag

Als aanstaande ouders rechten hebben, wat zijn dan de rechten van het ongeboren kind?

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

Wat heb je deze week geleerd bij filosofie?

Slide 33 - Open vraag