2.5 afronden

welkom
ga rustig zitten en pak je boek en Ipad er bij
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

welkom
ga rustig zitten en pak je boek en Ipad er bij

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we doen?
opdrachten nakijken
herhaling vorige les
oefen vragen klassikaal
feedback 

Slide 2 - Tekstslide

kijk je gemaakte werk na
je krijgt zo nakijkbladen om basisstof 2.4 en 2.5 na te kijken
kijk je gemaakte opdrachten na.

ben je klaar? maak met behulp van het boek een tekening van de celdeling. (geef aan hoe de cellen heten en hoeveel chromosomen er in de cel zitten)

Slide 3 - Tekstslide

celdeling

Slide 4 - Tekstslide

nieuwe cellen
elke dag verlies je miljoenen.
elke dag krijg je miljoenen.

dit noem je celdeling.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

wat gebeurt er precies?
  1. de chromosomen verdubbelen zich.
  2. er ontstaan 2 kernen
  3. de cel met 2 kernen splitst  zich in twee cellen.
  4. de dochtercellen groeien (plasmagroei)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de goede volgorde van de celdeling?
A
Celdeling - kerndeling - plasmagroei
B
Plasmagroei - kerndeling - celdeling
C
Kerndeling - plasmagroei - celdeling
D
Kerndeling - celdeling - plasmagroei

Slide 9 - Quizvraag

Wat bevat DNA?
A
celplasma
B
informatie voor je erfelijke eigenschappen
C
alle voedingstoffen
D
Desoxyribonucleïnezuur Deoxyribonucleic acid (En)

Slide 10 - Quizvraag

In welk onderdeel van de cel zit DNA verstopt?
A
Celkern
B
Vacuole
C
Celwand
D
Celmembraan

Slide 11 - Quizvraag

Waar bestaan chromosomen uit?
A
Celplasma
B
DNA

Slide 12 - Quizvraag

Elke cel in een menselijk lichaam bevat hetzelfde DNA.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Wat kun je zeggen over de celdeling in je lichaam als je nog groeit?




A
Er ontstaan evenveel nieuwe cellen als dat er oude doodgaan.
B
Er ontstaan meer nieuwe cellen dan dat er oude doodgaan.
C
Er ontstaan minder nieuwe cellen dan dat er oude doodgaan.

Slide 14 - Quizvraag

Welke uitspraak klopt?
Na celdeling zijn er:
A
Twee kleine dochtercellen
B
Een grote moedercel en een kleine dochtercel

Slide 15 - Quizvraag

Hoe komt het dat na celdeling het aantal chromosomen niet halveren?
A
De chromosomen worden eerst verdubbeld
B
De andere cel gaat dood en geeft zijn chromosomen aan de nieuwe cel
C
De chromosomen groeien later weer aan
D
Je hebt daarna nog maar de helft van het aantal chromosomen nodig

Slide 16 - Quizvraag

De eerst stap bij een celdeling is het kopiëren van de chromosomen
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heten de cellen die ontstaan na celdeling?
A
Vadercel
B
Moedercel
C
Dochtercellen
D
Zooncellen

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen heeft een moedercel net voor de celdeling?
A
46
B
23
C
98

Slide 19 - Quizvraag

Hoe heet de stap waarbij de chromosomen in de kern zich verdubbelen?
A
Kerndeling
B
Celdeling
C
Plasmagroei
D
Dochtercel

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel cellen heb je na een celdeling van een moedercel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 21 - Quizvraag


Bevatten de dochtercellen na een celdeling andere of dezelfde erfelijke informatie als de moedercel?
A
andere
B
dezelfde

Slide 22 - Quizvraag

Wat gebeurt er met een cel
na de celdeling?
A
de cel gaat dood
B
de cel beweegt
C
de cel deelt zich meteen weer
D
de cel groeit (plasmagroei)

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de eerste stap bij celdeling?
A
Cytoplasma aanmaken
B
Chromosomen kopiëren
C
De cel delen
D
dochtercellen maken

Slide 24 - Quizvraag

feedback

Slide 25 - Tekstslide