WEBB H1 vraag en aanbod (1.1 t/m 1.5) (aangepast)

Hoofdstuk 1 Vraag en Aanbod
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 Vraag en Aanbod

Slide 1 - Tekstslide

Activiteit: weet jij het nog?
Je krijgt van de docent een bordje met een stift. 
De docent leest een omschrijving voor.
Schrijf het begrip op wat hierbij hoort. 
Je schrijft het begrip groot op, zodat de docent dit kan lezen.

Slide 2 - Tekstslide

Een markt waarbij vragers en aanbieders direct met elkaar in contact komen. Dit kan fysiek zijn, maar ook virtueel.

Slide 3 - Tekstslide

Een markt waarbij vragers en aanbieders direct met elkaar in contact komen. Dit kan fysiek zijn, maar ook virtueel.
→ concrete markt

Slide 4 - Tekstslide

Een markt waarbij er geen plaats is waar vragers en aanbieders elkaar fysiek of virtueel ontmoeten


Slide 5 - Tekstslide

Een markt waarbij er geen plaats is waar vragers en aanbieders elkaar fysiek of virtueel ontmoeten
→ abstracte markt
 


Slide 6 - Tekstslide

De prijs die bepaald wordt door de totale vraag en aanbod.

Slide 7 - Tekstslide

De prijs die bepaald wordt door de totale vraag en aanbod.
→ evenwichtsprijs.

Slide 8 - Tekstslide

De markt waar producten worden aangeboden


Slide 9 - Tekstslide

De markt waar producten worden aangeboden

→ goederenmarkt

Slide 10 - Tekstslide

De markt waar een werkloze op zoek is naar een baan


Slide 11 - Tekstslide

De markt waar een werkloze op zoek is naar een baan
→ arbeidsmarkt

Slide 12 - Tekstslide

De markt waar je terecht kunt als je geld moet lenen.


Slide 13 - Tekstslide

De markt waar je terecht kunt als je geld moet lenen.

→ vermogensmarkt

Slide 14 - Tekstslide

De markt waar je een euro kunt omruilen voor een dollar


Slide 15 - Tekstslide

De markt waar je een euro kunt omruilen voor een dollar

→ valutamarkt
 


Slide 16 - Tekstslide

Doelen van deze les
1. Je kunt het verschil tussen een concrete & abstracte markt uitleggen
2. Voorbeelden geven van concrete & abstracte markten
3. Rekenen met prijs & omzet

Slide 17 - Tekstslide

Een abstracte markt
bestaat niet 'echt' of 'fysiek' 
alle vraag & aanbod van een product of dienst
er komt één prijs tot stand
bij de prijs, is de vraag gelijk aan het aanbod

Slide 18 - Tekstslide

Soorten markten
  • Goederen/dienstenmarkt
  • Arbeidsmarkt
  • Vermogensmarkt
  • Valutamarkt
Bedenk met je buurman of buurvrouw, wie zijn de vragers en wie zijn de aanbieders op deze markten en wat is de prijs die tot stand komt? Schrijf dit op je bordje. 
 

Slide 19 - Tekstslide

Antwoorden
Goederenmarkt (evenwichtsprijs)
  • Consumenten (vraag) en producenten (aanbod)
Arbeidsmarkt (loon)
  • Werknemers & werklozen (aanbod) en werkgevers & overheid (vraag)
Vermogensmarkt (rente)
  • Vraag naar financiële middelen (lenen, obligaties, aandelen) (vragers) / Aanbieders van financiële middelen (banken) & spaarders (aanbod) 
Valutamarkt (wisselkoers)
  • Binnenlandse partijen (Aanbod van een valuta) & Buitenlandse partijen (vraag van een valuta)

Slide 20 - Tekstslide

De abstracte markt
De prijs die tot stand komt = evenwichtsprijs
De hoeveelheid die daar bij hoort = afzet
Hoeveel er wordt uitgegeven/verdiend = prijs x afzet = omzet

Slide 21 - Tekstslide

Maak opdr 1.1 t/m 1.5

Slide 22 - Tekstslide