les 3 5V §1.1 Wat als mensen er samen niet uitkomen?

Identiteit & Maatschappijleer
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Identiteit & Maatschappijleer

Slide 1 - Tekstslide

Programma
1. Opening
2. Introductie §1.1: 
dilemma's en cognitieve dissonantie 
3. aan de slag met §1.1

* Privé-kanaal aanmaken!

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Kenmerken v/e maatschappelijk probleem herkennen en toepassen

Slide 3 - Tekstslide

Prisoners dilemma


2 vrijwilligers nodig: bekennen of zwijgen?


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat vinden jullie van de winnaar?
A
Slim gespeeld: zou ik ook doen!
B
Asociaal! De helft was toch ook mooi?
C
Anders

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Ik ben afgelopen zomervakantie met het vliegtuig op vakantie geweest
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

Ik eet op de meeste dagen vlees
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

Ik heb me laten inenten tegen Covid-19
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag

Een oude man, die voor mij fietst valt van zijn fiets en blijft liggen. Ik ben de enige in de omgeving die kan helpen. Als ik dat doe kom ik wel te laat op school
A
Ik help hem hoe dan ook
B
Ik fiets door

Slide 12 - Quizvraag

Een oude man, die voor mij fietst valt van zijn fiets en blijft liggen. Ik ben de enige in de omgeving die kan helpen. Als ik dat doe kom ik wel te laat voor mijn examen Nederlands.
A
Ik help hem hoe dan ook
B
Ik fiets door

Slide 13 - Quizvraag

Maatschappelijk probleem
1. Gaat groepen mensen aan.
2. Hangt samen met of is het gevolg van maatschappelijke veranderingen.
3. Er bestaan verschillende meningen over oorzaken en oplossingen
4. Vraagt om een gemeenschappelijke oplossing

Slide 14 - Tekstslide

Dilemma
Waarom is het zo moeilijk om maatschappelijke problemen op te lossen? 

Slide 15 - Tekstslide

1. Verschillende waarden en normen van actoren


2. Tegengestelde belangen

3. Collectief actie probleem

1. Waarden = principes of doelen die een individu, groep of samenleving belangrijk vindt. Normen = verwachtingen over hoe mensen zich behoren te gedragen. Geschreven en ongeschreven regels

2. Hebben te maken met het (eigen) voordeel dat mensen of groepen ergens bij hebben.

3. We delen ook belangen, er is ook een algemeen belang. Twee oorzaken van CA probleem: 1. veel mensen nodig voor effectiviteit; 2. individu merkt er weinig van.

Slide 16 - Tekstslide

Voorkomen van cognitieve dissonantie

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld
Je bent op dieet. Je hebt enorm veel zin in een stukje taart dat je collega net aanbiedt.
Deze tegenstrijdt zorgt ervoor dat je ongemak ervaart, en dat ongemak wil je zo snel mogelijk oplossen. Wat doe je dan?
Je eet toch dat stukje gebak, maar je gaat die avond wel een uurtje langer sporten of je denkt ‘die meeting van net was zwaar en ik heb energie nodig’.

Je verandert in dit voorbeeld je gedrag/gedachtegang om de dissonantie te verminderen.

Slide 18 - Tekstslide

Festinger (1957) suggereert dat we de drang hebben om al onze meningen en gedragingen in harmonie te houden. Met andere woorden: we willen cognitieve dissonantie voorkomen. Heb je een persoonlijk voorbeeld?

Slide 19 - Open vraag

Collectieve actieproblemen

Algemeen belang VS persoonlijk belang

1. Mensen willen wel, maar wantrouwen anderen
2. Persoonlijke baten zijn vaak groter dan de kosten 
(bij vliegen bijvoorbeeld)


Slide 20 - Tekstslide

Opdracht in duo's (10 min)
1. Zoek de kenmerken van een maatschappelijk probleem (boek)
2. Zoek een maatschappelijk probleem op dat jou aanspreekt 
3. Beschrijf het probleem a.d.h.v. de vier kenmerken
4. Leg duidelijk uit waarom dit probleem lastig is om op te lossen (boek).

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag x 3 
1. Kennis en begrip vragen + toepassing van §1.1/1.2
2. Maken KAVV (kern-argument-verband-vraag)
3. Voor de volgende week: §1.2

Slide 22 - Tekstslide