3.1 Een welvarende samenleving deel I

Wat werkt voor jou het beste tijdens de geschiedenisles?
lesson -up
PPT uitleg
Zelfstandig aan het werk
helft lessonup helft zelfstandig werken
helft PPT helft zelfstandig werken
anders, namelijk.....
1 / 32
volgende
Slide 1: Poll
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat werkt voor jou het beste tijdens de geschiedenisles?
lesson -up
PPT uitleg
Zelfstandig aan het werk
helft lessonup helft zelfstandig werken
helft PPT helft zelfstandig werken
anders, namelijk.....

Slide 1 - Poll

HC Nederland (1948-2008)
3.1 Een welvarende samenleving (1948-1978) I

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel
  • In deze paragraaf leer je hoe de economische groei de verzorgingsstaat mogelijk maakte.
  • In deze paragraaf leer je hoe de welvaart leidde tot maatschappelijke veranderingen.
  • In deze paragraaf leer je wat veranderde in de positie van jongeren en vrouwen.
  • In deze paragraaf leer je welke emigratie en immigratie plaatsvonden.



Slide 5 - Tekstslide

Wat houdt volgens jou het begrip verzuiling in?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide


Verzuiling



  • De verdeling van de Nederlandse samenleving in 4 groepen (zuilen):
  • protestanten, katholieken, liberalen, socialisten (tussen: ±1848 en ±1965)

  • Deze zuilen krijgen in de 19e eeuw allemaal hun eigen politieke partij

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Maarten Luther
De protestantse zuil kun je vaak herkennen aan het gebruik van namen van personen die (in de geschiedenis) belangrijk voor de protestantse kerk waren.
Christelijke Werklieden Vereeniging
De protestantse zuil gebruikt vrijwel altijd de termen: Christelijk of Protestants-Christelijk
Stoere arbeider
De arbeider wordt hier 'stoer' afgebeeld: gespierd met opgestroopte mouwen.
Klok
De klok is het symbool van zowel een nieuwe dag, als het oproepen om gehoor te geven aan de oproep van de arbeiders beweging.
Opkomende zon
Dit is het teken van een nieuwe dag: een nieuw en positief begin.

Slide 11 - Tekstslide

Confessionelen
Liberalen
Socialisten
Rood
Bijbel
VARA
Vrijheid
AVRO
KVP en ARP
VVD
NCRV
PvdA

Slide 12 - Sleepvraag

3.1 - Deel I
- Lees 3.1 door tot aan maatschappelijke veranderingen
- Werk het volgende leerdoel uit: 
Je kunt uitleggen:
1. hoe de economische groei de verzorgingsstaat mogelijk maakte
óf
- Maak vragen 1 t/m 3 en 16

Slide 13 - Tekstslide

Nederland na WO-II
- Binnenlandse politiek
- Internationale politiek
- Economie

Slide 14 - Tekstslide


Rooms-rode kabinetten met KVP (katholieken) en PvdA (sociaaldemocraten)

Minister-president Drees ('vadertje Drees')

Binnenlandse politiek na WO-II (1946-1958):

Slide 15 - Tekstslide

Wat voor politieke partijen zaten in rooms-rode regeringen?
A
Katholiek en Sociaal-Democraten
B
Katholiek en Liberaal
C
Liberaal en Sociaal-Democraten

Slide 16 - Quizvraag

Juist / onjuist?
De rooms-rode regeringen vonden dat de overheid weinig invloed moest uitoefenen om de samenleving te veranderen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Nederland koos in de Koude Oorlog de kant van de VS.

1949: lid van de NAVO

1952: Nederland deed mee aan de EGKS
Internationale politiek na WO-II: Niet meer neutraal

Slide 18 - Tekstslide

Economisch

Slide 19 - Tekstslide

Economische groei
Na de tweede wereldoorlog leek de wederopbouw niet goed op gang te komen.
Meer invoer dan uitvoer omdat productie niet op gang kwam.

Maar toen kwam de Marshallhulp:
Tussen 1948 en 1973 was er een sterke economische groei




Welke vier redenen vind je in de tekst, naast de Marshallhulp voor de groei van de economie?

Slide 20 - Tekstslide

I. Industrialisatie
II. Meeprofiteren van het Duitse Wirtschaftwunder

Slide 21 - Tekstslide

III. Geleide loonpolitiek
Het kabinet bepaalde hoe hard de lonen mochten stijgen

Lagere lonen zorgden ervoor dat Nederlandse producten goedkoop waren in het buitenland

Slide 22 - Tekstslide

IV. Ontdekking aardgas in Groningen (vanaf ’59)

Slide 23 - Tekstslide

Bij welk kenmerkend aspect past het Marshallplan het beste?
A
De dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld
B
De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen
C
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog

Slide 24 - Quizvraag

Verzorgingsstaat
Einde geleide loonpolitiek zorgt vanaf 1963 voor hogere lonen

1959
eerste aardgasvoorraden gevonden in Groningen

Toegenomen welvaart wordt gebruikt voor uitbreiding van de verzorgingsstaat
1952: WW
1957: AOW

Slide 25 - Tekstslide

Waar is AOW een afkorting van?
A
Algemene Ouderdomswet
B
Algemene Ouderenwet
C
Anti-ouderenwet
D
Arbeiders Ouderdomswet

Slide 26 - Quizvraag

Hoe kan je de verzorgingsstaat in verband brengen met de emancipatie van de vrouw?

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Hoe kan je de verzorgingsstaat in verband brengen met de emancipatie van de vrouw?

Slide 29 - Open vraag

Poldermodel
Overheid werkte nauw samen met de sociale partners: de werkgevers en vakbonden

Geloof in een maakbare samenleving -> de overheid had invloed op hoe de samenleving zich ontwikkelde

Doel: soc. ec. gelijkheid
het voeren van overleg gericht op overeenstemming

Slide 30 - Tekstslide

Bij welk kenmerkend aspect past het ontstaan van het ontstaan van de verzorgingsstaat het beste?
A
De dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld
B
De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen
C
De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren 1960 aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen
D
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog

Slide 31 - Quizvraag

of maak vragen 3.1: 1 t/m 4 en 16

Slide 32 - Tekstslide