3.1 Een welvarende samenleving deel I

HC Nederland (1948-2008)
3.1 Een welvarende samenleving (1948-1978) I
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

HC Nederland (1948-2008)
3.1 Een welvarende samenleving (1948-1978) I

Slide 1 - Tekstslide

Wat werkt voor jou het beste tijdens de geschiedenisles?
lesson -up
PPT uitleg
Zelfstandig aan het werk
helft lessonup helft zelfstandig werken
helft PPT helft zelfstandig werken
anders, namelijk.....

Slide 2 - Poll

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen:
- Hoe Nederland er politiek uitzag na WO-II
- Hoe de economische groei de verzorgingsstaat mogelijk maakte en
- hoe de welvaart leidde tot maatschappelijke veranderingen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video


Verzuiling



  • De verdeling van de Nederlandse samenleving in 4 groepen (zuilen):
  • protestanten, katholieken, liberalen, socialisten (tussen: ±1848 en ±1965)

  • Deze zuilen krijgen in de 19e eeuw allemaal hun eigen politieke partij

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Maarten Luther
De protestantse zuil kun je vaak herkennen aan het gebruik van namen van personen die (in de geschiedenis) belangrijk voor de protestantse kerk waren.
Christelijke Werklieden Vereeniging
De protestantse zuil gebruikt vrijwel altijd de termen: Christelijk of Protestants-Christelijk
Stoere arbeider
De arbeider wordt hier 'stoer' afgebeeld: gespierd met opgestroopte mouwen.
Klok
De klok is het symbool van zowel een nieuwe dag, als het oproepen om gehoor te geven aan de oproep van de arbeiders beweging.
Opkomende zon
Dit is het teken van een nieuwe dag: een nieuw en positief begin.

Slide 8 - Tekstslide

Confessionelen
Liberalen
Socialisten
Rood
Bijbel
VARA
Vrijheid
AVRO
KVP en ARP
VVD
NCRV
PvdA

Slide 9 - Sleepvraag

Na de Tweede wereldoorlog
1946-1958

Rooms-rode kabinetten met KVP (katholieken) en PvdA (sociaaldemocraten)

Minister-president Drees ('vadertje Drees')

Slide 10 - Tekstslide

Wat voor politieke partijen zaten in rooms-rode regeringen?
A
Katholiek en Sociaal-Democraten
B
Katholiek en Liberaal
C
Liberaal en Sociaal-Democraten

Slide 11 - Quizvraag

Juist / onjuist?
De rooms-rode regeringen vonden dat de overheid weinig invloed moest uitoefenen om de samenleving te veranderen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Niet meer neutraal
Nederland koos in de Koude Oorlog de kant van de VS.

1949: lid van de NAVO

1952: Nederland deed mee aan de EGKS

Slide 13 - Tekstslide

Economisch

Slide 14 - Tekstslide

Economische groei
Na de tweede wereldoorlog leek de wederopbouw niet goed op gang te komen.
Meer invoer dan uitvoer omdat productie niet op gang kwam.

Maar toen kwam de Marshallhulp:
Tussen 1948 en 1973 was er een sterke economische groei




Welke vier redenen vind je in de tekst, naast de Marshallhulp voor de groei van de economie?

Slide 15 - Tekstslide

I. Industrialisatie
II. Meeprofiteren van het Duitse Wirtschaftwunder

Slide 16 - Tekstslide

III. Geleide loonpolitiek
Het kabinet bepaalde hoe hard de lonen mochten stijgen

Lagere lonen zorgden ervoor dat Nederlandse producten goedkoop waren in het buitenland

Slide 17 - Tekstslide

IV. Ontdekking aardgas in Groningen (vanaf ’59)

Slide 18 - Tekstslide

Verzorgingsstaat
Einde geleide loonpolitiek zorgt vanaf 1963 voor hogere lonen

1959
eerste aardgasvoorraden gevonden in Groningen

Toegenomen welvaart wordt gebruikt voor uitbreiding van de verzorgingsstaat
1952: WW
1957: AOW

Slide 19 - Tekstslide

Waar is AOW een afkorting van?
A
Algemene Ouderdomswet
B
Algemene Ouderenwet
C
Anti-ouderenwet
D
Arbeiders Ouderdomswet

Slide 20 - Quizvraag

Hoe kan je de verzorgingsstaat in verband brengen met de emancipatie van de vrouw?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Hoe kan je de verzorgingsstaat in verband brengen met de emancipatie van de vrouw?

Slide 23 - Open vraag

Bij welk kenmerkend aspect past het Marshallplan het beste?
A
De dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld
B
De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen
C
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog

Slide 24 - Quizvraag

Poldermodel
Overheid werkte nauw samen met de sociale partners: de werkgevers en vakbonden

Geloof in een maakbare samenleving -> de overheid had invloed op hoe de samenleving zich ontwikkelde

Doel: soc. ec. gelijkheid
het voeren van overleg gericht op overeenstemming

Slide 25 - Tekstslide

Bij welk kenmerkend aspect past het ontstaan van het ontstaan van de verzorgingsstaat het beste?
A
De dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld
B
De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen
C
De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren 1960 aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen
D
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog

Slide 26 - Quizvraag

of maak vragen 3.1: 1 t/m 4 en 16

Slide 27 - Tekstslide