Grammatica 1 (vwo)

timer
10:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Je leert zinsdelen benoemen van gewone zinnen en vraagzinnen.

Slide 2 - Tekstslide

2havo

-inloggen op lessonup
-stappenplan bespreken
-oefenen met het stappenplan:
pv, ow, wg, lv, mv, bwb


2atheneum

-inloggen op lessonup
-stappenplan bespreken
-oefenen met het stappenplan:
pv, ow, wg of ng, lv, mv, bwb


Slide 3 - Tekstslide

Stappenplan bespreken
pv, ow, wg, lv, mv, bwb

Slide 4 - Tekstslide

Aan het werk!
1. Maak de vragen in lessonup (benoem het zinsdeel tussen haakjes).
2. Maak de oefeningen online.
Voor hulp kun je de theorie lezen in je boek of mij vragen.

Extra hulp nodig?
https://www.taal-oefenen.nl/instruction/taal/zinsontleding/zinsdelen-benoemen/wat-is-zinsontleding

Slide 5 - Tekstslide

(De meeste muggen) overleven een Nederlandse winter niet.
A
pv
B
ow
C
lv
D
bwb

Slide 6 - Quizvraag

De meeste muggen overleven een Nederlandse winter (niet).
A
pv
B
ow
C
lv
D
bwb

Slide 7 - Quizvraag

(Deze vuurtoren) blijkt ruim 50 kilometer ver te schijnen).
A
pv
B
ow
C
lv
D
bwb

Slide 8 - Quizvraag

Deze vuurtoren blijkt (ruim 50 kilometer ver) te schijnen.
A
pv
B
ow
C
lv
D
bwb

Slide 9 - Quizvraag

hebben altijd een werkwoord.
vind je door de vraag: wie/ wat + pv?
vind je door de zin in een ander tijd te zetten.
vind je door de vraag: wie/ wat + pv + o?
vind je door de vraag: AAN (of voor) wie/ wat + pv + o?
is de persoonsvorm + alle werkwoorden of een werkwoordelijke uitdrukking.
Zinnen
Het onderwerp
De persoonsvorm
Het lijdend voorwerp
Het meewerkend voorwep
Een werkwoordelijk gezegde

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Link

Nog meer oefenen:
https://www.taal-oefenen.nl/instruction/taal/zinsontleding/zinsdelen-benoemen/wat-is-zinsontleding 

Slide 14 - Tekstslide