Betoog

  • Je kunt een betoog schrijven met een inleiding, middenstuk en slot.
BETOOG
Lesdoelen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

  • Je kunt een betoog schrijven met een inleiding, middenstuk en slot.
BETOOG
Lesdoelen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Link

Deze slide heeft geen instructies

  • Maak een bouwplan.
  • Gebruik voor elk argument een aparte alinea.
  • Herhaal je standpunt in het slot.
  • Plaats drie witregels (na de inleiding, tussen het tekstdeel met argumenten, voor het slot).
  • Gebruik signaalwoorden voor opsomming, tegenstelling en conclusie.
Een paar regeltjes

Slide 3 - Tekstslide

Schema uitwerken op bord
Maak gebruik van signaalwoorden:

- Reden of argument: namelijk, immers, want, omdat

- Oorzaak-gevolg: doordat, daardoor, zodat, als gevolg van

- Tegenstelling: maar, toch, echter, enerzijds, daarentegen

- Samenvatting: kortom, al met al, met andere woorden

- Conclusie: dus, concluderend, samengevat

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Standpunt: Ik vind dat de schooldagen in Nederland maximaal
6 uur moeten duren.
Argument: Want in andere landen met kortere schooldagen zijn de prestaties van leerlingen veel beter.
Tegenargument: Maar dan is er volgens sommige experts niet genoeg tijd per week voor alle schoolvakken.
Weerlegging: Daar staat tegenover dat concentratieniveaus steeds verder dalen, kortere schooldagen komt dat ten goede.
Een voorbeeld

Slide 5 - Tekstslide

Schema uitwerken op bord

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een standpunt?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke is géén argument?
A
Het is een teamsport
B
Voetbal is de beste sport
C
Je moet niet alleen rennen, het gaat ook om techniek
D
De beste voetballers zijn heel rijk

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een argument?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een betoog heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alinea 5
Inleiding
Alinea 3+4
Slot
De aandacht trekken van de lezer
Stelling geven.
conclusie
Een tegenargument met weerlegging geven
argumenten geven met uitleg

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf je inleiding (stelling:

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld stelling:

- werk uit:

Op scholen moet het dragen van een uniform verplicht worden


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem minimaal 2 argumenten voor:

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 argumenten

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem minimaal een argument tegen:

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tegenargument

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Argumenten tegen verwerpen:

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argument om te verwerpen

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Conclusie:

- maak een afweging tussen de argumenten voor en tegen

- herhaal je standpunt

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slot

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




  • Schrijf een betoog van  4 alinea's
  • Kies een van onderstaande stellingen:
- Gamen is goed voor je!
- Er moet voortaan op deze school één keer per week online les worden gegeven.
- Leerlingen moeten vier vrije dagen per jaar kunnen opnemen. 

Opdracht 2eh

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies