Les 12 Een gouden boek voor Sjakie en de chocoladefabriek

les 12 Een gouden boek voor Sjakie en de chocoladefabriek
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

les 12 Een gouden boek voor Sjakie en de chocoladefabriek

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:
  • Weet je meer over Roald Dahl en zijn boeken
  • Heb je kennisgemaakt met 12 nieuwe woorden

Slide 2 - Tekstslide

Woordenschat
de flop:                              de mislukking

de trol:                               grappig of lelijk verzonnen kabouter in
                                              verhalen
boosaardig:                     gemeen en onaardig
meesleuren:                    meetrekken
verfilmen:                         van een boek een film maken
bekroond:                         een prijs krijgen





























Slide 3 - Tekstslide

Woordenschat
de toegangskaart:      de kaart waarmee je naar binnen mag
                                             bijvoorbeeld bij een film of optreden
populair:                          wat veel mensen leuk vinden
de verbeelding:            de fantasie; wat je zelf erbij bedenkt
de kostschool:              school waar je als leerling ook woont
mysterieus:                    geheimzinnig
gruwelijk:                         verschrikkelijk

Slide 4 - Tekstslide

Filmpje
In de volgende dia staat een kort filmpje klaar over de film die van het boek is gemaakt

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Wat ga je in deze tekst lezen, denk je?

Slide 7 - Tekstslide

De inleiding
Het bekende kinderboek Sjakie en de chocoladefabriek is bekroond met een Gouden Boek. Dat betekent dat er meer dan 75 duizend exemplaren van het boek verkocht zijn. Roald Dahl schreef het boek in 1964. Vier jaar later verscheen het boek in Nederland. Het gaat over het jongetje Sjakie. Hij mag de mysterieuze chocoladefabriek van Willie Wonka bekijken. Sjakie en Willie Wonka zijn nog altijd razend populair.

Slide 8 - Tekstslide

Denkvraag
Waarom is het boek niet direct in Nederland te koop, denk je?

Slide 9 - Tekstslide

Alinea 1
Roald Dahl
Roald Dahl (1916-1990) is een van de beroemdste kinderboekenschrijvers ter wereld. Je kent hem misschien ook van De Grote Vriendelijke Reus en Matilda. Roald Dahl wordt geboren in Wales. Zijn ouders komen uit Noorwegen. Hij zit op een kostschool, waar hij soms wordt geslagen. Hij maakt zijn school niet af, want hij reist liever de wereld rond. Hij kiest voor het leger en wordt gevechtspiloot. Maar dan stort zijn vliegtuig neer. Hij is zwaargewond en moet op zoek naar ander werk. In 1943 schrijft Roald Dahl zijn eerste kinderboek. Maar dat boek wordt een flop. De schrijver is teleurgesteld, maar hij zet door. In 1961 is zijn boek De Reuzenperzik wel een succes. Daarna schijft hij nog veel mooie boeken. Hij heeft veel prijzen gewonnen. En veel van zijn boeken zijn verfilmd. Van Sjakie en de chocoladefabriek zijn ook films 

Slide 10 - Tekstslide

Waarom moest Roald Dahl op zoek naar ander werk? Goed lezen
A
Hij wilde de wereld rondreizen
B
Hij raakte zwaargewond
C
Hij wilde schrijver worden
D
Dat staat niet in de tekst

Slide 11 - Quizvraag

Alinea 2
Sjakie en de Chocoladefabriek
Sjakie en de chocoladefabriek vertelt het verhaal van Sjakie. Dit jongetje vindt een Gouden Toegangskaart in een reep chocolade. Daarmee komt zijn grootste wens uit. Hij krijgt namelijk een rondleiding door de chocoladefabriek van meneer Willie Wonka. Dat is de geweldigste en ongelofelijkste chocolade-fabrikant ooit. Want in zijn fabriek maakt hij opstijglimonade met prik. En aardbeiensap-waterpistolen en aflikbaar behang voor kinderkamers.
Dus ja, wie zou daar nou niet willen rondkijken? Maar er blijken ook grote gevaren te zijn in de fabriek. Caspar Slok wordt bijvoorbeeld meegesleurd door een rivier van hete chocolade ..

Slide 12 - Tekstslide

Denkvraag
Welk drankje of hapje zou jij wel willen bedenken?

Slide 13 - Tekstslide

Alinea 3
Ideeën uit eigen leven
Roald Dahl haalde de ideeën voor zijn verhalen uit zijn eigen leven. Allereerst was er zijn moeder, die hem verhalen vertelde over trollen en reuzen. Dan waren er de zomervakanties. Die bracht hij door in Noorwegen, bij de familie van zijn moeder. Hij gebruikte de fijne herinneringen daaraan in zijn boeken. Aan de andere kant waren daar de gemene volwassenen van de kostschool. Zij werden de volwassen schurken in zijn boeken. Zoals Juffrouw Bulstronk in Matilda. Ze is schooldirectrice en ze is echt boosaardig. Ze sluit kinderen zomaar op in het Stikhok. En meisjes slingert ze aan hun vlechten over het schoolplein. Maar het meest interessant is de Cadbury Chocolate Company. Dit bedrijf testte chocolade uit bij de kinderen op zijn kostschool. Roald droomde ervan een nieuwe chocoladereep uit te vinden. Die zou hij dan aan meneer Cadbury laten zien. En zo bedacht hij het verhaal van Sjakie en de chocoladefabriek.

Slide 14 - Tekstslide

Denkvraag
Welke leuke en niet leuke herinneringen 
hebben de schrijver op ideeën gebracht?

Slide 15 - Tekstslide

Alinea 4
Wangdoedels en mensbaksels
Roald Dahl schreef ontzettend graag. Zowel kinderen als volwassenen lezen zijn boeken met plezier. Soms gebeuren er gruwelijke dingen in zijn verhalen. En soms moet je hard lachen om zijn verhalen. Roald Dahl kon dingen verzinnen als de beste. Hij vond zelfs woorden uit. Hij schrijft over ‘wangdoedels’ en ‘mensbaksels’. En ‘een knotszwabber is fantabuleus’. Waar denk jij dan aan? Laat je verbeelding maar spreken!

Slide 16 - Tekstslide

Denkvraag
Wat zouden de woorden knotszwabber en fantabuleus kunnen betekenen, denk je?

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting
Klopte je voorspelling voordat je ging lezen?

Slide 18 - Tekstslide