Week 9 2e les - 2C

Vandaag

  • Leg je boek (+schrift) klaar. Pen/potlood. 

  • GEEN TASSEN OF ANDERE SPULLEN OP TAFEL.

timer
2:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag

  • Leg je boek (+schrift) klaar. Pen/potlood. 

  • GEEN TASSEN OF ANDERE SPULLEN OP TAFEL.

timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag

H1.4 Wat is produceren?


Slide 2 - Tekstslide

H1.4
  • Ik kan de ruil van consumeren en produceren verklaren. 
  • Ik kan uitleggen waarom er bij produceren waarde wordt toegevoegd. 
  • Ik kan uitleggen waarom bedrijven winst willen maken.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is produceren?
Steek je hand op!

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf op in je schrift!


Produceren is het maken van goederen en diensten waarbij een bedrijf ze steeds geschikter maakt. 

Slide 5 - Tekstslide

Pak blz 20 erbij
Produceren of consumeren?

Opdracht 38 + 39

Slide 6 - Tekstslide

Toegevoegde waarde
Wat is het?
Steek je hand op.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een model?

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een model?
Een model is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. Zo zie je de samenhang tussen begrippen.


Slide 9 - Tekstslide

Bedrijfskolom 
Model dat de stappen van grondstof tot eindproduct weergeeft.

Slide 10 - Tekstslide

Bedrijfskolom 
Ieder bedrijf in de bedrijfskolom voegt iets toe aan het product.

Slide 11 - Tekstslide

Toegevoegde waarde
Waarde die bij productie wordt toegevoegd.

Slide 12 - Tekstslide

Winst!
Bedrijf wil winst maken op de producten.

Slide 13 - Tekstslide

Winst staat niet gelijk aan toegevoegde waarde

Slide 14 - Tekstslide

Omzet
Wat is het?
Steek een hand op!

Slide 15 - Tekstslide

Omzet
Totale opbrengst van je verkopen.

Slide 16 - Tekstslide

Afzet
Wat is het?
Steek een hand op!

Slide 17 - Tekstslide

Afzet
Aantal producten dat je hebt verkocht.

Slide 18 - Tekstslide

Inkoopwaarde van de omzet
Wat is het?
Steek een hand op!

Slide 19 - Tekstslide

Berekenen winst of verlies
Het resultaat is het verschil tussen de totale opbrengsten en de totale kosten

Slide 20 - Tekstslide

Berekenen winst of verlies

Slide 21 - Tekstslide

Uitrekenen!
Een scooterwinkel heeft een opbrengst van € 1.248.000 per jaar. 

De inkoopwaarde was € 780.000.

De overige kosten waren € 350.000.

Resultaat = TO - TK

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag!
H1.4

Opdracht 38 t/m 40 + 42 + 43

Heb je een vraag? Steek je hand op!

Ben je klaar? Steek je hand op!

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk

Blz 20 + 21 + 22
Opdracht 38 t/m 40 + 42 + 43

Woensdag 7e uur af!

Slide 24 - Tekstslide