Renaissance: schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur

Wat weet je over de Renaissance?
1 / 44
volgende
Slide 1: Woordweb
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je over de Renaissance?

Slide 1 - Woordweb

Zet de perioden in chronologische volgorde
19e eeuw
Middeleeuwen
Renaissance
Klassieke oudheid

Slide 2 - Sleepvraag

Renaissance betekent
A
Vervormen
B
Verbeteren
C
Wedergeboorte
D
Terug naar de dood

Slide 3 - Quizvraag

In de Renaissance maken kunstenaars schilderijen met
A
Mythologische verhalen
B
Stilleven
C
Bijbelse verhalen
D
Portretten

Slide 4 - Quizvraag

Michelangelo is een
A
Schilder
B
Beeldhouwer
C
Architect
D
Dichter

Slide 5 - Quizvraag

In de Renaissance zijn kunstwerken gemaakt die
...
zijn dan de kunstwerken uit de klassieke oudheid
A
precies hetzelfde
B
eenvoudiger
C
verder ontwikkeld
D
abstracter

Slide 6 - Quizvraag

In de Renaissance worden schilderijen gemaakt die er realistischer uitzien, dankzij:

Slide 7 - Open vraag

Kernpunten


  • Geloof versus Ratio (het verstand), de verlichting
  • Humanisme/ individualisme
  • Onderwerpen: Bijbelse verhalen, Klassieke mythologie, Portretten
  • Harmonie = schoonheid
  • Geometrie: ideale verhoudingen en gulden snede
  • Opdrachtgever: Kerk, adel en burger (voor status, vermaak, religie en wetenschap)
  • Ontdekkingsreizen

Slide 8 - Tekstslide

Belangrijke kunstenaars

  • Botticelli
  • Leonardo da Vinci
  • Rafaël
  • Michelangelo
  • Palladio


Kernpunten
De mecenas
De Medici
Kunstacademie van Vasari
Signeren
Alleskunners/ 
Homo universalis

Slide 9 - Tekstslide

TIJDSGEEST:
ontdekkingsreizen
handel
pest

Slide 10 - Tekstslide

ONDERWERPEN:
bijbelse verhalen
klassieke mythologie
portretten

Slide 11 - Tekstslide

Leonardo da VInci  1452-1519 
Vitruviusman ±1490
Nav schrift De Architectura van Romeinse architect Vitruvius
Leonardo da VInci  1452-1519 
Studie van schouder en nek ±1509
WETENSCHAP EN RATIO
gulden snede
verhoudingen
anatomie
geometrie


Slide 12 - Tekstslide

Filippo Brunelleschi  1377-1446
 Linear Perspective ±1420
RUIMTE
lijnperspectief
horizon
verdwijnpunt 
vluchtlijnen

Slide 13 - Tekstslide

RUIMTE
atmosferisch perspectief
toonovergang
vervaging
sfumato
Leonardo da Vinci  1452-1519
Mona Lisa, 1505

Slide 14 - Tekstslide

GRAFISCHE TECHNIEKEN
reproductie
Albrecht Dürer 1471-1528
Four horsemen 1498
Houtsnede
Albrecht Dürer 1471-1528
Adam and Eve 1504 
Gravure

Slide 15 - Tekstslide

Masaccio 1401-1428 Italië
Brancacci kape1 ±1420
Santa Maria del Camine
Florence, Italië

Slide 16 - Tekstslide

Bestudeer de lijnen van het gebouw
Bestudeer de kleuren en tonen van de bergen
Bestudeer de bomen
Bestudeer licht en schaduwwerking
Bestudeer de voeten en de gezichten
Bestudeer de vorm van de nimbus
Bestudeer wat binnen/ buiten het kader valt
Bestudeer de gezichtsuitdrukkingen
Masaccio 1401-1428 Italië
Brancacci kape1 ±1420
Santa Maria del Camine
Florence, Italië
Bestudeer de houding en anatomie

Slide 17 - Tekstslide

Bekijk het Fresco van Masaccio.
Hoe is ruimte gesuggereerd?

Slide 18 - Woordweb

Atmosferisch perspectief
Lijnperspectief
Afsnijding
Anatomie
Voorgrond
Plasticiteit
Voor groot, klein achter
Slagschaduw
Ellips

Slide 19 - Tekstslide

Beeldhouwkunst
   Renaissance

Slide 20 - Tekstslide

Beeldhouwkunst Renaissance in het kort

  • Beeldhouwen is tijdrovend werk, daarom prijzig
  • Extra duur door materialen: marmer/brons (adel, kerk, rijke burgers zijn opdrachtgevers)
  • Invloed klassieke oudheid: menselijke figuur centraal, naakt, schoonheid, anatomische correctheid, geïdealiseerde weergave, contrapposto.
  • Beelden zijn vrijstaand en driedimensionaal. 
  • Ook reliëfs: zie volgende slide

Slide 21 - Tekstslide

L.Ghiberti: Paradijsdeuren, ca. 1452

Slide 22 - Tekstslide

1e grote vrijstaande ruiterstandbeeld sinds de klassieke oudheid

Wetenschap + technische uitvindingen maken het mogelijk om weer (!) grote beelden in één keer te gieten.

In Middeleeuwen is alleen het verhaal belangrijk, in Renaissance komt naturalisme daarbij (natuurgetrouw weergeven).
Donatello: Gattamelata, 1453

Slide 23 - Tekstslide

Hoe zie je dat het David is?




Renaissancebeeld naar klassiek voorbeeld. Kenmerken:

  • Neutrale gelaatsuitdrukking
  • Contrapposto
  • Anatomisch correct (naturalistisch)
  • Naakt
  • Brons (in ME geen brons!)


David, Verrochio, 1473-1475
David, Donatello, 1440
Zijn attribuut: zwaard en hoofd van Goliath. (In het bijbelverhaal verslaat de jonge David de reus Goliath met alleen een steentje en een slinger).

Slide 24 - Tekstslide

Michelangelo: David, 1504
4,19 meter hoog!

  • Waarom is dit klassiek?

  • Wat kun je zeggen over de proporties? Kijk goed!

(klik op vraagteken voor het antwoord)
Hoog Renaissance
Zie kenmerken vorige slide. 

Proporties: hoofd en handen net iets te groot --> doet Michelangelo bewust om de aandacht op die lichaamsdelen te vestigen.

Slide 25 - Tekstslide

Even terug naar de Middeleeuwen
Piëta: Maria beweent Christus die net van het kruis is gehaald. 





Slide 26 - Tekstslide

Hoog Renaissance
Jezus is een echte man, Maria iets groter gemaakt

Maria's benen helemaal uit elkaar kan natuurlijk niet, heel veel plooien zodat het niet opvalt!

Anatomie = natuurgetrouw (vergelijk met vorige slide)


Michelangelo: Piëta, 1499

Slide 27 - Tekstslide

Kenmerken Renaissance beeldhouwkunst
  • Religieuze en klassieke onderwerpen
  • Geïdealiseerd naakt
  • Contrapposto houding
  • Anatomische correctheid en perspectief
  • Harmonie en symmetrie
  • Driehoekscompositie

Slide 28 - Tekstslide

                                      Maniërisme in beeldhouwkunst
Heel lange baard
Heel erg gespierd voor iemand die niets doet op het moment
Heel veel plooien
Hij kijkt heel erg boos
Michelangelo: Graf Julius, 1545
Grafkapel Florence, de Medici
Perfecte symmetrie
Personicifatie: dag, nacht, ochtend en avond--> typisch Klassieke Oudheid
Vrouw van de nacht is enorm gespierd
Maniërisme ook zeer aanwezig bij tepels, buikspieren en nek

Slide 29 - Tekstslide

Cellini: Perseus, 1545
Maniëristen zijn vooral navolgers Michelangelo

Slide 30 - Tekstslide

Overgang naar beeldhouwkunst barok
Giambologna: Sabijnse maagdenroof, ca. 1583
'Figura serpentina' 

Slide 31 - Tekstslide

Maniërisme (ook in de schilderkunst)

  • Men wil opvallen door groot technisch meesterschap
  • Voorkeur speciale effecten + negeren bestaande regels in kleurgebruik en compositie
  • Bewust incorrecte verhoudingen 
  • Overdrijven / uitvergroten
Parmigianino: Madonna met de lange hals, 1535

Slide 32 - Tekstslide

Griekse Tempel
Fries
Voetstuk
Kapiteel
Timpaan
Schacht
Architraaf

Slide 33 - Sleepvraag

Architraafbouw

Slide 34 - Tekstslide

Boogbouw 

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Renaissance - architectuur
wedergeboorte van de klassieke architectuur

Slide 37 - Tekstslide

Kenmerken Renaissance bouwkunst
- rondbogen (als in de vroege middeleeuwen)
- muren zijn dragend en afsluitend
- door een zware kroonlijst was het dak nauwelijks zichtbaar.
- vlakke casetteplafonds, tongewelven of koepelruimtes, koepels soms met dubbele 'schil'.


Slide 38 - Tekstslide

Kenmerken Renaissance bouwkunst - vervolg
kenmerken renaissancebouwkunst

klassieke bouwelementen:
- zuilen en pilasters (naar (laat-)klassiek voorbeeld)
- fronton, pilasters of halfzuilen als omlijsting van vensters, deuren en muurnissen.
- in portalen werd het triomfboogmotief toegepast. 

De zuilenorden Dorisch, lonisch, Corintisch en Toscaans (met gladde zuilschacht) werden door elkaar toegepast. In hoge muren werden de drie zuilenorden boven elkaar gebruikt, telkens door een horizontale lijst gescheiden.

- opbouw van de gevel volgens het principe van de opbouw van de zuil (basement-schacht-kapiteel)

 

Slide 39 - Tekstslide

Kenmerken Renaissance bouwkunst - vervolg
streven naar harmonie:
- symmetrie 
- toepassing van modulen en de gulden snede
- compacte bouwvolumes (cylinder, kubus en halve bol), eenvoudig herkenbare vormen. 
- centraalbouw, voorkeur voor overzichtelijke ruimtes, de schoonheid van het gebouw was belangrijker dan het praktische gebruik.
- horizontaal en verticaal in evenwicht, evenwichtige verhoudingen tussen hoogte, breedte en diepte volgens de richtlijnen van Vitruvius:
    - verticale accenten met vlakke pilasters.
    - horizontale accenten door opbouw in drie lagen, de onderste laag met grote, ruwe rusticastenen.

Slide 40 - Tekstslide

Soorten gebouwen
Palazzo's
Kerken
Villa's
Torens (florence)

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video