Grote Quiz H2
1 / 38
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de waarde van 5 in dit getal
536,234
536,234
A
500
B
50
C
100
D
5
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de waarde van 5 in dit getal
85032,12
Met formule en spaties
85032,12
Met formule en spaties
Slide 3 - Open vraag
Wat is de waarde van 5 in dit getal
12,05
12,05
A
5
B
05
C
0,05
D
0,01
Slide 4 - Quizvraag
1 miljoen heeft ..... nullen
A
3
B
6
C
9
D
12
Slide 5 - Quizvraag
4 500 000
A
4,5 biljoen
B
4,5 duizend
C
4,5 miljard
D
4,5 miljoen
Slide 6 - Quizvraag
4 500 000 000
A
4,5 biljoen
B
4,5 duizend
C
4,5 miljard
D
4,5 miljoen
Slide 7 - Quizvraag
4 500 000 000 000
A
4,5 biljoen
B
4,5 duizend
C
4,5 miljard
D
4,5 miljoen
Slide 8 - Quizvraag
Wat zijn de delers van 24?
Slide 9 - Open vraag
Noteer de eerste 3 veelvouden van 5
Slide 10 - Open vraag
welke oneven getallen zitten er
tussen 13 en 27
tussen 13 en 27
Slide 11 - Woordweb
welke oneven getallen zitten er
tussen 17 en 33
tussen 17 en 33
Slide 12 - Woordweb
Rond dit bedrag af op 3 decimalen
12, 34892
12, 34892
A
12
B
12,349
C
12,34
D
12,3489
Slide 13 - Quizvraag
Rond dit bedrag af op 4 decimalen
12,34892
12,34892
A
12
B
12,349
C
12,34
D
12,3489
Slide 14 - Quizvraag
Rond dit bedrag af op 1 decimalen
12,34892
12,34892
A
12,3
B
12,349
C
12,34
D
12,3489
Slide 15 - Quizvraag
Rond dit bedrag af op 2 decimalen
25,94591
25,94591
A
25,95
B
25
C
25,9
D
25,9459
Slide 16 - Quizvraag
Rond dit bedrag af op een heel getal
25,94591
25,94591
A
25,94
B
26
C
26
D
25,9459
Slide 17 - Quizvraag
Rond dit bedrag af op een heel honderdtal
2594591
2594591
A
2594500
B
2590000
C
2594000
D
2594591
Slide 18 - Quizvraag
Rond dit bedrag af op een heel tiental
2594591
2594591
A
2594500
B
2590000
C
2594000
D
2594590
Slide 19 - Quizvraag
Er kunnen 7 mensen in een boot. Er zijn 15 mensen, hoeveel boten heb je nodig?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 20 - Quizvraag
Er kunnen 9 mensen in een boot. Hoeveel boten heb je nodig als je met 19 mensen bent?
Terugblik
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 21 - Quizvraag
Rond het volgende bedrag af voor contante betaling
€6,89
€6,89
Slide 22 - Open vraag
Rond het volgende bedrag af voor contante betaling
€4,52
€4,52
Slide 23 - Open vraag
Rond het volgende bedrag af voor contante betaling
€13,34
€13,34
Slide 24 - Open vraag
Je moet €3,99 betalen in de winkel, hoeveel moet je contact betalen?
A
€3,95
B
€3,99
C
€4,15
D
€4,00
Slide 25 - Quizvraag
Afronden met geld doen we per......
A
€0,01 cent
B
€0,05 cent
C
€0,10 cent
D
We ronden niet af met geld
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Hoeveel betaalt Nathan voor 300 gr drop
Slide 28 - Open vraag
Slide 29 - Tekstslide
A
Ja
B
Nee
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Tekstslide
Welke tabel is een verhoudingstabel
A
Inkomsten Maud
B
Inkomsten Rolf
Slide 32 - Quizvraag
Slide 33 - Tekstslide
A
14,50
B
12,00
C
8,00
D
12,50
Slide 34 - Quizvraag
A
2,80
B
3,00
C
4,00
D
3,20
Slide 35 - Quizvraag
A
20 voor 15 euro
B
3 voor 2 euro
Slide 36 - Quizvraag
A
4,20 euro
B
2,50 euro
C
D
3,60 euro
Slide 37 - Quizvraag
Hoe gaan jullie nog leren voor maandag?
