Les 2: werkwoordspelling

Werkwoordspelling
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Werkwoordspelling:

Persoonsvorm
Tijdproef
Getalproef







Slide 2 - Tekstslide

Werkwoordspelling

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Hoe vinden we de persoonsvorm?
De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

Er zijn drie manieren om de persoonsvorm te vinden.

Slide 5 - Tekstslide

Tijdproef
Zet de zin in een andere tijd (maak van een zin in de tegenwoordige tijd de verleden tijd en andersom). Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm.

Joost wil graag een ijsje.                       Tegenwoordige tijd.
Joost wilde graag een ijsje.                 Verleden tijd.

Wil - Wilde = Wil is dus de persoonsvorm.

Slide 6 - Tekstslide

Getalproef
De getalproef: verander het getal (enkelvoud/meervoud) van het onderwerp. Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm.

- Ik kijk vanavond naar de beste film die ooit gemaakt is.
- Wij kijken vanavond naar de beste film die ooit gemaakt is.

--> Kijk is dus de persoonsvorm

Slide 7 - Tekstslide

Benoem de persoonsvorm
Het schrijven van een betoog vinden ze moeilijk.

Slide 8 - Open vraag

Volgende week ga ik een laptop kopen.

Slide 9 - Open vraag

De docent heeft het proefwerk niet nagekeken.

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Goed of fout?

Houdt je mond.
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quizvraag

In de les
Maak opdracht 1 & 2. Opdrachtenboek Nieuw Nederlands; bladzijde 30 en 31.


timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk


Kies een boek uit de leeslijst en neem deze mee naar de volgende les.

Slide 21 - Tekstslide