Revision unit 2 - year 2

Unit 2
  • Food and drink
  • There is/there are
  •  Some & Any
  • Countable and uncountable
  • Too much/too many/not enough
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Unit 2
  • Food and drink
  • There is/there are
  •  Some & Any
  • Countable and uncountable
  • Too much/too many/not enough

Slide 1 - Tekstslide

Food & drink
Which English words do you know?

Slide 2 - Woordweb

How do you say 'ontbijt' in English?

Slide 3 - Open vraag

How do you say 'middageten' in English?

Slide 4 - Open vraag

How do you say 'avondeten' in English?

Slide 5 - Open vraag

There is/there are
There is = er is. Gebruik je bij enkelvoud
There are = er zijn. Gebruik je bij meervoud
Ontkennende zin: there isn't / there aren't
Vraagzin: is there /are there

Slide 6 - Tekstslide

.... a lot of restaurants in Zutphen
A
There is
B
There are

Slide 7 - Quizvraag

.... one Italian restaurant
A
There is
B
There are

Slide 8 - Quizvraag

... any people here
A
There are
B
There is
C
There aren't
D
There isn't

Slide 9 - Quizvraag

.... a post office here?
A
Is there
B
Are there

Slide 10 - Quizvraag

Many/much, some/any, a lot of/lots of
Many en much = in vraagzinnen en ontkennende zinnen
Many = telbaar = veel
Much = niet telbaar = veel

Some = telbaar en ontelbaar = een paar/een beetje
Any = telbaar en ontelbaar = geen

A lot of/lots of = ontelbaar en telbaar = veel. Gebruik je in bevestigende zinnen

Slide 11 - Tekstslide

There are ... great museums in Amsterdam
A
any
B
a lot of
C
much

Slide 12 - Quizvraag

How .... money do you have?
A
much
B
many

Slide 13 - Quizvraag

Are there ... apples?
A
some
B
any

Slide 14 - Quizvraag

How ... bottles of cola are there in the fridge?
A
much
B
many

Slide 15 - Quizvraag

Cooking
The next 4 questions are about words you will need in a recipe (recept)

Slide 16 - Tekstslide

Beat the egg. Wat betekent 'beat'

Slide 17 - Open vraag

Cut up the tomatoes. Wat betekent 'cut up'?

Slide 18 - Open vraag

Boil the egg. Wat betekent 'boil'?

Slide 19 - Open vraag

Bake a cake. Wat betekent 'bake'?

Slide 20 - Open vraag

Too much/too many/not enough
Too much: te veel (ontelbaar)
Too many: te veel (telbaar)
Not enough: niet genoeg

Slide 21 - Tekstslide

There is ... salt on my egg
A
too much
B
too many

Slide 22 - Quizvraag

There is ... meat
A
too many
B
not enough

Slide 23 - Quizvraag

There are ... people in this room
A
too much
B
too many

Slide 24 - Quizvraag

Are you ready for the test?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll