kommagetallen les 6 periode 7

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

In deze les leren jullie met kommagetallen te werken, jullie leren dat 1,6 groter is dan 1,06.
Verder leren jullie welk getal tussen 2 andere getallen zit.

Slide 2 - Tekstslide

Wat zegt een komma getal jou?

Slide 3 - Woordweb

welke rekentaal komt ernaar voren bij kommagetallen

Slide 4 - Woordweb

Wat is het volgende kommagetal?
1,5 - 2,0 - 2,5 - 3,0 - .......
A
3,5
B
4,0
C
4,5
D
3,25

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het volgende kommagetal?
1,25 - 1,50 - 1,75 - 2,00 - .....
A
2,5
B
2,05
C
2,025
D
2,25

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het volgende kommagetal?
3,0 - 3,6 - 4,2 - 4,8 - ...

Slide 7 - Open vraag

Let op:
Een getal met 1 cijfer achter de komma, noemen we tienden.
5,8 = 5 8/10

Slide 8 - Tekstslide

Let op:
Een getal met 2 cijfers achter de komma, noemen we honderdsten
7,45 = 7 45/100

Slide 9 - Tekstslide

2,376+6,699=

Slide 10 - Tekstslide

1459 + 3287 =

Slide 11 - Open vraag

14,59 + 32,87 =

Slide 12 - Open vraag

Kommagetallen hetzelfde maken
36,8 + 5,87 =

36,8 heeft maar 1 cijfer achter de komma.
5,87 heeft 2 cijfers achter de komma.

Je zorgt dat beide getallen evenveel cijfers achter de komma hebben.

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf de som over maar zorg dat beide getallen 2 cijfers achter de komma hebben.
6,6+5,59=

Slide 14 - Open vraag

Wat is het antwoord op de volgende minsom?
8,930-7,14=
A
1,81
B
18,1
C
1,79
D
17,9

Slide 15 - Quizvraag

Welk getal ligt precies tussen:
2,40 en 2,60
geef antwoord met 2 decimalen.

Slide 16 - Open vraag

Welk getal ligt precies tussen:
2,4 en 2,5

Slide 17 - Open vraag

Welk getal ligt precies tussen:
2,4 en 2,41

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

Wat heeft is de link tussen een kommagetal en breuk

Slide 20 - Open vraag

vermenigvuldigen met komma getallen

Slide 21 - Tekstslide

Hoe reken jij deze som uit?
4,5 : 0,25 =

Slide 22 - Open vraag

Reken uit!
4,5 x 0,25 =

Slide 23 - Open vraag

stappenplan vermenigvuldigen met kommagetallen
1a. Lees de som goed
1b. Als het nodig is maak dan eerst de getallen gelijk
3. Vermenigvuldig dit met
10x , 100x of 1000 x
4. Maak nu de deelsom

Slide 24 - Tekstslide

Reken uit!
23,5 x 0,2 =

Slide 25 - Open vraag

lesdoel
Ik kan delingen met een kommagetal schatten.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Maak de de sommen

Slide 28 - Tekstslide