Bij modale hulpwerkwoorden (können, dürfen, müssen, wissen, sollen, wollen, mögen, möchten)
- verandert de klinker in het enkelvoud (ich, du, er/sie/es)
- Krijgen de vormen van ich en er/sie/es geen uitgang (ze zijn daardoor hetzelfde)
- De rest van de vormen krijgen de uitgangen zoals je het ooit geleerd hebt (du kannST, wir könnEN, ihr dürfT)