planten Les 2 stofopname en transport

Planten
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Planten

Slide 1 - Tekstslide

Regels
docent praat

Slide 2 - Tekstslide

Programma
Lesdoelen
Verwondersessie: Uitleg deel 1 
Workshopsessie: opdracht + klik
Pauze
Verwondersessie: Uitleg deel 2
Workshopsessie: Klik afmaken
Communicatiesessie

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De onderdelen van de plantencel en hun functies kunnen herkennen en benoemen.
  • De verschillende weefsels in planten en hun functies kunnen herkennen en benoemen.
  • Uitleggen welke stoffen worden opgenomen via welke organen van de plant.
  • Uitleggen hoe water door de plant getransporteerd wordt.
  • Signaalwoorden gebruiken om toets vragen goed te beantwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

Wieren en algen hebben stengels en bladeren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Wat hebben sporenplanten niet?
A
Bladeren
B
Bloemen
C
Stengels
D
Wortels

Slide 6 - Quizvraag

Wortels zijn er om ...
A
water op te nemen.
B
water en reservestoffen op te nemen en voedingsstoffen op te slaan.
C
om aan het paard van sinterklaas te geven.
D
water en voedingsstoffen opnemen en reservestoffen opslaan.

Slide 7 - Quizvraag

De stengel is voor
A
het maken van hout
B
stevigheid en om water en voedingstoffen te vervoeren
C
water naar de blaadjes brengen.
D
water opnemen.

Slide 8 - Quizvraag

Leg je ipad face down

Slide 9 - Tekstslide

Hoe geef ik antwoord op toets vragen?

Slide 10 - Tekstslide

Even oefenen
  • Leg uit hoe planten rechtop kunnen staan. Gebruik in je antwoord het woord Turgor.  (2 punten)

  • Hoe ziet ons antwoord eruit? 
  • … ... [signaalwoord] ... ... .   [Signaalwoord] blijven planten rechtop staan. 

Slide 11 - Tekstslide

Even oefenen
Leg uit hoe planten rechtop kunnen staan. Gebruik in je antwoord het woord Turgor. (2 punten)


Slide 12 - Tekstslide

Even oefenen
Leg uit hoe planten rechtop kunnen staan. Gebruik in je antwoord het woord Turgor. (2 punten)

Wat is turgor ook al weer? Hoe zien de cellen eruit bij een hoge en lage turgor?

Slide 13 - Tekstslide

  • Waterdruk in een
      plantencel noemen                          we turgor.
  • Veel water in de cel = hoge    turgor. 
Hoge turgor
Gewone turgor
Lage turgor
Planten kunnen rechtop staan door waterdruk in de stengel

Slide 14 - Tekstslide

Even oefenen
Combineer de informatie
  • Bij een hoge turgor is er een hoge waterdruk in de cellen. Cellen kunnen niet bewegen als ze onder grote druk staan. 

Antwoord
  • Bij een hoge turgor zit er veel water in plantencellen, daarom kunnen plantencellen  niet bewegen. Dus blijven planten rechtop staan. 

Slide 15 - Tekstslide

Even oefenen
Leg uit hoe planten rechtop kunnen staan. Gebruik in je antwoord het woord Turgor. (2 punten)

… ... [signaalwoord] ... ... . [Signaalwoord] blijven planten rechtop staan. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Weefsels in planten
Wat is een weefsel
Bladeren anatomie en functie

Slide 18 - Tekstslide

Weefsels blad
  • Een blad bestaat uit verschillende onderdelen ook wel weefsels genoemd
  • Het waslaagje en de opperhuid beschermen het blad tegen uitdroging. 

Slide 19 - Tekstslide

Weefsels blad
  • Onder de opperhuid ligt het vulweefsel. Hierin zitten cellen met veel bladgroenkorrels. Deze zijn belangrijk voor fotosynthese 

Slide 20 - Tekstslide

Weefsels blad
  • In het midden ligt de vaatbundel. Deze loopt door de nerf. Een vaatbundel bestaan uit steunweefsel (geel), houtvaten (paars) en bastvaten (blauw). 

Slide 21 - Tekstslide

Weefsels blad
  • Houtvaten  (paars) vervoeren water en mineralen van de wortels naar de bladeren
  • Bastvaten (blauw) vervoeren voedingsstoffen van de  bladeren naar de rest van de plant

Slide 22 - Tekstslide

Weefsels stengel
  • Net als bladeren heeft de stengel ook een opperhuid 
  • Stengels hebben onder de opperhuid een schors. Hier zitten soms bladgroenkorrels in zitten

Slide 23 - Tekstslide

Weefsels stengel
  • Net als bladeren heeft de stengel ook hout- en bastvaten. 
  • Het cambium ligt hier tussen in en is een cellaag die blijft delen. Hierdoor wordt de stengel dikker. 

Slide 24 - Tekstslide

Weefsels stengel
  • Helemaal in het midden van de cel ligt het merg. In het merg worden voedingstoffen opgeslagen

Slide 25 - Tekstslide

Plantencellen
Inzoomen vanaf bladeren

Slide 26 - Tekstslide

Plantencellen
  • Aan de buitenkant van de cel zit de celwand. Dit zorgt voor stevigheid
  • Onder de celwand zit het celmembraan. Deze zorgt ervoor dat er stoffen in en uit de cel kunnen. 

Slide 27 - Tekstslide

Plantencellen
  • Het cytoplasma is de opvulling van de cel. Alle onderdelen liggen hierin. 
  • In het cytoplasma liggen de bladgroenkorrels. Hier gebeurt fotosynthese en zorgt dat planten groen zijn.

Slide 28 - Tekstslide

Plantencellen
  • De celkern ligt in het cytoplasma. Het DNA geeft de cel opdrachten.
  • De vacuole is een zakje met water. Deze kan groter en kleiner worden als meer of minder water in zit.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Workshop sessie
Kijk welk teken er op je opdracht staat. 
Maak de opdracht die bij het teken hoort.

Slide 31 - Tekstslide

Workshop sessie
Klaar?
Begin aan klik. Start met het werkdoel: Je maakt natuurgetrouwe en schematische tekeningen van lengte- en dwarsdoorsnede 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Leg je ipad face down

Slide 34 - Tekstslide

Stofopname

Slide 35 - Tekstslide

Welke stoffen nemen planten op?


  • Bladeren nemen CO2 uit de atmosfeer. 
  • De wortelharen nemen water en mineralen op vanuit de grond. 

Slide 36 - Tekstslide

  • Aan de onderkant van een blad zitten huidmondjes 
  • Huidmondjes bestaan uit twee sluitcellen
  • Als het huidmondje open staat kan de plant CO2 opnemen
Hoe haalt een plant CO2 uit de atmosfeer?

Slide 37 - Tekstslide

  • Als er weinig water in de sluitcellen zit, valt het  huidmondje dicht.
  • Bij veel water in de sluitcellen staat het huidmondje open en kan de plant CO2 opnemen. 
Hoe opent en sluit een huidmondje zich?

Slide 38 - Tekstslide

Transport

Slide 39 - Tekstslide

Water stroom in de plant
  • Water wordt opgenomen door de wortels en stroomt via de stengel en de bladnerven naar de bladeren.
  • Mineralen stromen mee. 

Slide 40 - Tekstslide

Water stroomt omhoog

Slide 41 - Tekstslide

Hoe kan water omhoog worden getrokken?

  • Water plakt aan elkaar. 
  • Als een watermolecuul verdampt dan trekt die andere watermoleculen met zich mee omhoog. 

Slide 42 - Tekstslide

Als er geen water verdampt staat het water stil in de plant. Het water zakt niet omlaag omdat het water vastplakt aan de rand van de houtvaten. 

Slide 43 - Tekstslide

Even oefenen

Slide 44 - Tekstslide

Celkern
Celwand
Vacuole
Bladgroenkorrel
Celmembraan

Slide 45 - Sleepvraag

Houtvaten vervoeren....
A
water en glucose
B
water en mineralen

Slide 46 - Quizvraag

Waarom kan water omhoog bewegen in een plant?
A
Watermoleculen duwen elkaar weg en duwen elkaar omhoog
B
Watermoleculen plakken vast aan de wand van de houtvaten
C
Watermoleculen plakken aan elkaar en trekken elkaar mee
D
Watermoleculen bewegen niet

Slide 47 - Quizvraag

Huidmondjes staan open als er ...
A
Weinig water in de sluitcellen zit
B
Weinig water in de bladgroenkorrel zit
C
Veel water in de bladgroenkorrels zit
D
Veel water in de sluitcellen zit

Slide 48 - Quizvraag

Workshop sessie
  • Maak de signaalwoorden  opdracht af
  • Maak alle werkdoelen van week 20 in klik af 

Als je alles af hebt, heb je geen huiswerk !

Slide 49 - Tekstslide

Communicatie sessie

Vul het formulier in en laat het controleren

Slide 50 - Tekstslide