Dele Spaans 3

DELE Spaans 3
¡Hola! 
Bienvenido en la clase española
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

DELE Spaans 3
¡Hola! 
Bienvenido en la clase española

Slide 1 - Tekstslide

¿Qúe vamos a hacer?
wat gaan we doen?
  1. Repasar saludar y despedirse
  2. Repasar  me gusta  - wat vind jij leuk?
  3. NUEVO describir personas

Slide 2 - Tekstslide

¡Hola!
¿Qúe tal?
¡Genial!
¿Como te llamas?
¿Cuantos años tienes?
¿Donde vives?
¿de donde eres?
¡me alegro de verte !
!Chao¡

¡Buenas!
Bien, ¡y tu?

me llamo...
tengo..... años
vivo en....
soy de......

¡Hasta luego, nos vemos!

Slide 3 - Tekstslide

gustar - iets/iemand leuk vinden
¿Qúe te gusta ? / ¿A ti te gusta….?

Slide 4 - Tekstslide

 en nu jullie..... me gusta
múcho el club de fútbol Real Madrid
odio lluvia
me gusta muchísimo comer
no me gustan cumpleaños 


Slide 5 - Tekstslide

describir personas

Slide 6 - Tekstslide

La descripción física

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

powerpoint met oefening
Maar eerst....
los colores schrijf in je schrift / of achterin het bundeltje....

Slide 9 - Tekstslide

Los vestidos + llevar - llevo= ik draag / lleva =hij/zij draagt
también = ook   y = en
hoodie - el sudador 
de trui - el suéter, el jersey
het overhemd - la camisa
 het T shirt - la camiseta
de bloes - la blusa
het jasje - la chaqueta
de broek - los pantalones
de spijkerbroek = los vaqueros



Slide 11 - Tekstslide

Quien es? over een ander
  es... (hij/zij is)   lleva..... (hij/zij draagt)  tiene..... (hij/zij heeft)
hij is groot
zij is klein
zij heeft lang haar
hij heeft bruine ogen
zij draagt een staart
hij draagt een shirt
zij is blond

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

ik ben (ser) SOY
ik heb (tener) TENGO
ik draag (llevar) LLEVO

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

wie ben ik?
Quién es quién??

Slide 18 - Tekstslide

iets over jezelf
ser - soy (ik ben)
tener - tengo (ik heb)
llevar - llevo (ik draag)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide