2022_week46_2vx_les1_WörterK.4,L.2, Lesen und Spickzettel

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Du hast 2 min für:


Je hebt 2 min om: 

  • Jacke aus

  • Handy in die Tasche ohne tohn
  • Laptop geschlossen auf dem Tisch
  • Buch/ Heft/ Stift auf dem Tisch
timer
3:00
  • Als de timer is gestopt zie ik iedereen de woordjes van Lektion 2 op blz. 50 schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Wörter schreiben und abfragen
timer
5:00
  • heerlijk
  • de lunch
  • de openingstijden
  • het ontbijt
  • het avondeten
  • het gebak
  • prachtig
  • de keuken
  • de aardappel
  • het broodje
  • gezellig
  • het drankje
  •  köstlich
  • das Mittagessen
  • die Öffnungszeiten
  • das Frühstück
  • das Abendessen
  • der Kuchen
  • wunderschön
  • die Küche
  • die Kartoffel
  • das Brötchen
  • gemütlich
  • das Getränk

Slide 4 - Tekstslide

Was machen wir heute?
  • Wörter schreiben und abfragen
  • Leseaufgabe


  • Spickzettel erledigen mit Präpositionen


  • üben mit dem Spickzettel
  • Wörterbingo
  • Abschluss: Hausaufgaben

Slide 5 - Tekstslide

Lernziel
Aan het einde van de les kan je tenminste twee voorzetsels die bij de 3e en de 4e naamval benoemen, doordat je ze op je spiekbriefje geschreven hebt.

Slide 6 - Tekstslide

Lesen
  • Lees de advertenties op bladzijde 34
  • Maak vervolgens opdracht 5 op blz. 35 (zoek de Duitse vertalingen van de woordjes in de tekst en zoek de juiste advertentie bij de beweringen)
  • In stilte
  • Klaar? Lees alvast grammatica C op blz. 68
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Aanpassen!
einen
meinen

Slide 8 - Tekstslide

Bij de naamvallen horen ook voorzetsels. Schrijf ze op!
3e naamval (dativ)
  • aus                 uit
  • bei                  bij
  • mit                 met
  • nach              naar/na
  • seit                 sinds
  • von                 van
  • zu                   naar
4e naamval (akkusativ)
  • durch                  door
  • für                        voor
  • gegen                 tegen
  • ohne                   zonder
  • um                      om

Slide 9 - Tekstslide

Gebruik je Spickzettel
  1. een: 4e, m
  2. mijn: 3e, mv
  3. jullie, 4e
  4. ik/mij, 1e
  5. ik/mij, 4e
  6. u, 3e
  7. haar, 4e
  8. haar, 3e
  9. wij/ons, 1e
  10. jullie (bezittelijk): 4e, v
  11. jullie (persoonlijk):4e
  12. onze: 1e, o
13. ons: 3e
14. welk: 1e, m
15. deze: 4e, mv
16. geen: 3e v
17. sommige: 1e, o
18. jou: 3e
19. jouw: 3e, o
20. uw: 4e, m
14. zulke: 1e, mv

  • einen
  • meinen
  • euch
  • ich
  • mich
  • Ihnen
  • sie
  • ihr
  • wir
  • eure
  • euch
  • unser
  •  uns
  • welcher
  • diese
  • keiner
  • manches
  • dir
  • deinem
  • Ihren
  • solche
timer
7:00

Slide 10 - Tekstslide

Gebruik je Spickzettel
Vertaal de Nederlandse persoonlijke voornaamwoorden na een voorzetsel
  1. aus + jou
  2. bei + hem
  3. ohne + jullie
  4. mit + u
  5. nach + haar
  6. um + mij
  7. für + jou
  8. gegen + hun
  9. durch + ons
  10. von + mij
  • dir
  • ihm
  • euch
  • Ihnen
  • ihr
  • mich
  • dich
  • sie
  • uns
  • mir
timer
4:00

Slide 11 - Tekstslide

Wie heeft als eerste drie op een rij
Wörter Lektion 2, Seite 50

Slide 12 - Tekstslide

Lernziel
Aan het einde van de les kan je tenminste twee voorzetsels die bij de 3e en de 4e naamval benoemen, doordat je ze op je spiekbriefje geschreven hebt.

Slide 13 - Tekstslide

Hausaufgaben
Lernen: Wörter Lektion 3, Seite 51

Slide 14 - Tekstslide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 15 - Tekstslide

Tschüss 😁
Tschüss und bis Morgen!!

Slide 16 - Tekstslide

Termine 2v1x
1. Iedereen is stil als de docent praat en als een klasgenoot praat.
2. Huiswerk van tevoren uitleggen en het liefst zoveel mogelijk tijdens de les maken.
3. Als leerlingen mevrouw Valentijn niet begrijpen vragen ze om het in het Nederlands te zeggen.
4. Samenwerken soms
5.  Snoep bij materialen en huiswerk periode op orde.
6. Elkaar niet uitlachen en niet afleiden.
7. Inpakken als ik dat aangeef.
8. Blijf zitten totdat de bel gaat.
9. Bij geluid triangel stil.

Slide 17 - Tekstslide