En, ook, ten eerste, ten tweede, tevens, om te beginnen, verder, bovendien, daarnaast, niet alleen...maar ook, zowel...als, ten slotte
Slide 4 - Tekstslide
Tegenstelling
Maar, echter, toch, evenwel, daarentegen, enerzijds...anderzijds, daar staat tegenover, integendeel
Slide 5 - Tekstslide
Ook wordt er geen beveiligde verbinding gebruikt tijdens het bestellen.
' Ook' is een
A
redengevend
signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
oorzakelijk signaalwoord
Slide 6 - Quizvraag
Signaalwoord: daarnaast
Tekstverband:
A
tijdsvolgorde
B
opsomming
C
tegenstelling
Slide 7 - Quizvraag
Signaalwoord: toen
Tekstverband
A
opsommend
B
tijdsvolgorde
C
tegenstelling
Slide 8 - Quizvraag
Ik heb de toets goed geleerd, maar kreeg een laag cijfer
A
Maar = signaalwoord voor opsomming
B
Maar = signaalwoord voor tegenstelling
C
Maar = signaalwoord voor voorbeeld
D
Maar = signaalwoord voor toets
Slide 9 - Quizvraag
In een tekstje staat het signaalwoord 'maar'. Welk verband geeft dit signaalwoord aan?
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
tijdvolgorde
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het signaalwoord + verband:
Grote schoonmaak Opruimen is niet mijn sterkste kant. Rotzooi maken kan ik daarentegen wel goed.
A
Rotzooi - signaalwoord opsomming
B
Grote - signaalwoord toelichting
C
daarentegen - signaalwoord tegenstelling
D
Goed - signaalwoord voorbeeld
Slide 11 - Quizvraag
wat is (zijn) signaalwoord(en)?
A
tegen
B
bovendien
C
vervolgens
D
zij
Slide 12 - Quizvraag
Welk woord is geen signaalwoord?
A
Bovendien
B
Daarnaast
C
Terwijl
D
Zijn
Slide 13 - Quizvraag
Het bestelproces wijkt dus af van de echte procedure van de Dixons-site, maar oogt desondanks geloofwaardig.
' maar' is een
A
redengevend
signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
oorzakelijk signaalwoord
Slide 14 - Quizvraag
Fraudeurs hebben de website van Dixons nagemaakt [en] hebben tienduizenden advertenties voor grote kortingen op Markplaats gezet, meldt de technologiewebsite Tweakers. 'en' is een
A
voorbeeldgevend signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
samenvattend signaalwoord
Slide 15 - Quizvraag
Sleep het signaalwoord naar het juiste tekstverband