Woensdag 10 april

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

Deutsch

Mittwoch, den 10. April 2023

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je.....

• een Duitse aflevering van Deutschlandlabor begrijpen en waar/niet waar vragen beantwoorden. 

• de grammatica uit Kapitel 4 voor het formatief SO herhalen. 

• de woordenschat uit Kapitel 4 herhalen doormiddel van de werkvorm Levend memory.  

Was machen wir heute?

Hören

Grammatik Wiederholung 

Selbständig arbeiten 

(Levend Memory)

naklar.secure.malmberg.nl

Grammatik Wiederholung

Wat hebben we behandeld?

Wechselpräpositionen

Bij deze voorzetsels moet je kiezen tussen de derde of de vierde naamval.

3e naamval wordt gebruikt in rust of toestand. 

Wo?  - Wo bist du?                 Ich bin in der Schule

4e naamval  wordt gebruikt bij een beweging of richting. 

Wohin?- Wohin gehst du?   Ich gehe in die Schule

Wechselpräpositionen

3e naamval   stilstand 

Wo? 

4e naamval   beweging

Wohin?

an              =       aan

auf             =       op

hinter        =       achter

in                =       in

neben       =       naast

über          =        over 

unter         =        onder

vor              =        voor

zwischen  =        tussen

7/2 Regel

Is er geen sprake van een duidelijke plaatsbepaling? Dus een waar of waarheen?

Dan gebruik je de 7/2 regel

auf 

über

an

hinter 

in

neben 

unter 

vor 

zwischen

4e naamval

3e naamval

Geslachten van het zelfstandige naamwoord

Sterke werkwoorden:                                 e/i- Wechsel en a/ä- Wechsel 

Bij sterke werkwoorden kan de klinker bij de du en er/sie/es vorm in de tegenwoordige tijd veranderen

e/i- Wechsel

ich 

du 

er/sie/es 

wir

ihr 

sie/Sie

a/ä- Wechsel

esse 

isst 

isst

essen 

esst

essen

sehe

siehst

sieht

sehen

seht

sehen

fahre

fährst

fährt

fahren 

fahrt

fahren

Grammatik E

Sterke werkwoorden

Bij welke twee vormen verandert de klinker?

1. du en er/sie/es
2. du en wir
3. er/sie/es en ihr
4. wir en er/sie/es

Wir warten auf d........ Bus (m).

1. dem
2. den
3. der
4. die

De a klinker wordt een....

1. ü
2. ä
3. ö
4. ie

Bij een lange e klank verandert de klinker naar......

1. ie
2. i

Ich hänge das an d..... Wand (v)

1. den
2. die
3. der
4. das

Wo? vraag je bij de vierde naamval.

1. waar
2. niet waar

Bij een korte e klank verandert de klinker naar.....

1. ie
2. i

Ich bin in d..... Schule

1. den
2. die
3. dem
4. der

Selbständig arbeiten!

Keuzevoorzetsels

https://www.mevrouwduits.nl/2022/02/11/keuzevoorzetsels-oefenen/

https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica/Naamvallen/Voorzetsels/Voorzetsels+3of+4.htm

https://sterkinduits.nl/grammatica/oefening-keuzevoorzetsels/

Naamvallen

https://www.educaplay.com/game/3183705-woorden_van_der_der_groep_1.html#!

https://www.educaplay.com/game/3183701-woorden_van_de_ein_groep_1.html#!

Sterke werkwoorden met a en e

https://www.mevrouwduits.nl/2022/12/05/sterke-werkwoorden-oefenen/

https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica/Werkwoorden/stww-mc.htm

Woordjes leren/testjezelf

Levend memory

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je.....

• een Duitse aflevering van Deutschlandlabor begrijpen en waar/niet waar vragen beantwoorden. 

• de grammatica uit Kapitel 4 voor het formatief SO herhalen. 

• de woordenschat uit Kapitel 4 herhalen doormiddel van de werkvorm Levend memory.  

Vielen Dank für eure Aufmerksamkeit!