§10.2 - Zwanger en bevallen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

LessonUp

Ga naar student.lessonup.io, log in en open de les met de code linksonderin (4 cijfers).

Programma

• Welkom
  


• Herhalen
  
• Nieuwe stof
  
• Opdracht/werkvorm
  
• Klassikale afsluiting
  
• Aan de slag/huiswerk
  

Huiswerk

Opdrachten §10.1 afmaken + nakijken

Opdrachten §10.2 maken + nakijken

Leerdoelen

1. Je kunt uitleggen wat geslachtskenmerken zijn (primaire, secundaire)
   
2. Je kunt uitleggen hoe geslachtsorganen van een man werken.
   
3. Je kunt uitleggen hoe de geslachtsorganen van een vrouw werken.
   
4. Je kunt uitleggen hoe zwangerschap voorkomen kan worden en wat er bij een noodgeval gedaan kan worden. 
   

Wat gebeurt er tijdens de eisprong?

Leerdoelen

- Je kunt uitleggen wanneer een vrouw zwanger is.

- Je kunt uitleggen hoe een kind groeit in de baarmoeder.

- Je kunt uitleggen hoe de bevalling gaat.

- Je kunt uitleggen waarom en hoe zwangere vrouwen de baby laten onderzoeken.

- Je kunt uitleggen hoe een tweeling ontstaat.

De bevruchting

Een kern van een zaadcel versmelt met de kern van een eicel, 

dit vindt plaats in de eileider.

Innestelling: na ongeveer 6 dagen zet het bolletje cellen zich vast in het dikke baarmoederslijmvlies. Dan is de vrouw zwanger.

Aan de slag

Maak nu opdracht 4 en 5

Zwangerschap heeft 2 fasen

1. De eerste 12 weken

In deze fase ontstaan alle organen van het kind. Dit heet ontwikkeling, het ongeboren kind heet dan een embryo. 

2. Van week 12 tot geboorte

In deze fase vindt alleen groei plaats, je noemt het ongeboren kind dan een foetus. 

Placenta

Op de plaats waar embryo is ingenesteld groeit placenta/moederkoek. In de placenta zitten haarvaten (hele dunne bloedvaten waar gaswisseling plaats kan vinden).

Vruchtwater en vruchtvliezen bieden het ongeboren kind bescherming.

Navelstreng

3 bloedvaten:

2 navelstrengslagaders

1 navelstrengader

1. voedingstoffen en zuurstof gaan vanuit het bloed van de moeder naar het bloed van het kind. VIA de NAVELSTRENGADER

Navelstreng

Koolstofdioxide en andere afvalstoffen (komen vrij na een verbranding, dus in een baby vindt ook verbranding plaats!!) 

Gaan door de 2 NAVELSTRENGSLAGADERS vanuit het bloed van het kind naar het bloed van de moeder.

Aan de slag

Maak nu opdracht 7, 9 en 11

Bevalling

Indaling: Enkele weken voor de bevalling.

Tijdens de bevalling:

1. Ontsluiting; door weeën gaat de baarmoedermond open. 

2. Uitdrijving: sterke weeën, persweeen, de baby komt via de vagina naar buiten. 

3. Nageboorte: door 1 of meer weeën komt de placenta met vruchtvliezen en de resten van de navelstreng. 

00:10

Hoe heet het als de baby al in de bekken ligt?

00:44

Wat is/zijn hier gebroken?

01:20

De vrouw heeft hier 10 centimeter .......

01:44

Wat gebeurd er hier?

Aan de slag

Maak nu opdracht 14 en 15

Prenataal onderzoek

1. Echo

De baby wordt zichtbaar doormiddel van geluidsgolven.

2. Vlokkentest (cellen uit het placenta) en vruchtwaterpunctie (cellen uit het vruchtwater): een arts onderzoekt de chromosomen (DNA) in de celkern van de cellen van het ongeboren kindje. 

Tweeling

Placenta of placenta's?

Bij een 2-eiige tweeling; altijd twee placenta's.

Een 1-eiige tweeling kan 1 of of 2 placenta's hebben. Is de splitsing vóór innesteling dan 2 placenta's. Is de splitsing ná innesteling 1 placenta.

Hoe lang is een vrouw zwanger

1. 9 maanden
2. 11 maanden
3. 1 jaar
4. 8 maanden

Wat is een embryo?

1. een ander woord voor 'moederkoek'
2. een ander woord voor 'placenta'
3. het ongeboren kindje
4. zorgt voor voedsel in de baarmoeder.

Waarom zit een embryo met de navelstreng vast aan de placenta?

1. Deze beschermt het embryo tegen stoten, uitdrogen en wisseling van temperatuur .
2. om het bloed uit te wisselen met de moeder.
3. Hierdoor stromen voedingstoffen naar het toe. Afvalstoffen gaan van embryo naar placenta.
4. Om gehecht te raken aan de moeder.

Wat is een stuitligging?

1. het kindje komt eerst met het kontje naar buiten.
2. het kindje komt eerst met het hoofdje naar buiten

Noem de 3 fasen van de bevalling

In welke fase komt het kindje door de vagina naar buiten?

1. ontsluiting
2. uitdrijving
3. nageboorte

Als je eenmaal aan het zoenen bent en de één wil meer, dan moet je wel doorgaan.

1. Eens
2. Oneens

Je mag een ander best overhalen tot seksuele handelingen.

1. Eens
2. Oneens

Seks hoort een beetje pijn te doen

1. Waar
2. Niet waar

Als je een condoom gebruikt kan je niemand zwanger maken.

1. Waar
2. Niet waar

Seksuele voorlichting is onnodig

1. Eens
2. Oneens

Het zou beter zijn als jongens en meiden apart seksuele voorlichting zouden krijgen

1. Eens
2. Oneens

Als je zes maanden lang een relatie hebt gehad, dan hoor je al seks gehad te hebben.

1. Eens
2. Oneens

Voorbehoedsmiddelen voorkomen altijd een zwangerschap

1. Ja, want daar zijn ze tenslotte voor
2. Nee, want als ze verkeerd gebruikt worden werken ze niet

Coïtus interuptus betekent...

1. dat de man zich terugtrekt vlak nadat hij is klaargekomen
2. dat de man zich terugtrekt voordat hij klaarkomt
3. de vrouw goed aangeeft wanneer zij er klaar voor is
4. dat de vrouw aangeeft wanneer de man zich moet terugtrekken

Twee weken na de eerste dag van de menstruatie is de vrouw meestal vruchtbaar

1. Ja
2. Nee

Als je de pil slikt kun je niet zwanger worden

1. klopt niet, ook als je de pil slikt kun je zwanger worden
2. klopt, ook als je hem af en toe vergeet
3. klopt, mits je hem goed gebruikt

Er is maar één anticonceptiemiddel dat tegen zwangerschap én soa's bescherming biedt en dat is

1. het pessarium
2. het condoom
3. de prikpil
4. geheel onthouding

Wanneer je geslachtsgemeenschap hebt tijdens de menstruatie van de vrouw, kan zij niet zwanger worden

1. Klopt
2. Klopt niet

Noem twee dingen die je nog niet wist, maar vandaag geleerd hebt.

Stel 1 vraag over dit onderwerp die nog niet beantwoord is.

Welke vragen heb je nog?
Je mag alles vragen,
ik zal niet kijken wie de vraagt stelt.

Aan de slag

Opdrachten §10.2 maken + nakijken (zie studiewijzer)

Begrippenlijst 10.2 maken

Herhalen