Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
metonymie
beeldspraak
Na deze les weet je wat een metonymie is.
Je kunt de verschillen noemen tussen: vergelijking, personificatie, metafoor en metonymie
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
beeldspraak
Na deze les weet je wat een metonymie is.
Je kunt de verschillen noemen tussen: vergelijking, personificatie, metafoor en metonymie
Slide 1 - Tekstslide
beeldspraak
vergelijking
metafoor
personificatie
Slide 2 - Tekstslide
Metonymie:
Vanavond eten we bij de Italiaan.
Na die felle overtreding kreeg de voetballer rood.
Op de veiling werd een echte Rembrandt verkocht.
Wat staat er? Wat bedoelen ze eigenlijk?
Slide 3 - Tekstslide
Beeldspraak - metonymie
Vaak gaat het bij beeldspraak om vergelijkingen:
zo rood als een kreeft.
Bij metonymie gaat het niet om een vergelijking, maar er is wel een verband. Je noemt de beeldspraak dan een 'metoniem'.
Slide 4 - Tekstslide
metonymie
verband tussen het beeld en de werkelijkheid
Slide 5 - Tekstslide
Welke vormen zijn er?
Deel - geheel: Neem maar een
bloemetje
mee.
Geheel - deel:
Nederland
won van Italië.
Producent - product: mijn Nikes.
Eigenschap - de persoon: die lachebek.
Materiaal - het voorwerp: Zij won
goud
op de sprint.
Voorwerp - inhoud: Geef mij nog een
glaasje
.
Aardrijkskundige naam - het product: Hij drinkt altijd
Spa
.
Slide 6 - Tekstslide
'Doe mij nog maar een bakkie', zei de tuinman.
A
Voorwerp - inhoud
B
Geheel - deel
C
Materiaal - voorwerp
D
Eigenschap - persoon
Slide 7 - Quizvraag
Zoek jij de betekenis ff op in de Van Dale?
A
Deel - geheel
B
Producent - product
C
Materiaal - voorwerp
D
Eigenschap - persoon
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van metonymie?
A
Fris en fruitig opstaan
B
De ronde cirkel
C
Oranje wint de beker!
D
Mijn Nikes zijn vies.
Slide 9 - Quizvraag
Een metafoor
A
is figuurlijk
B
is letterlijk
Slide 10 - Quizvraag
Mischa en Renee lijken op elkaar als twee druppels water.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
Slide 11 - Quizvraag
Die zwijnenstal moet je eerst opruimen.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
Slide 12 - Quizvraag
Die kozijnen schreeuwen om een verfbeurt.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
Slide 13 - Quizvraag
Men bedoelt een voorwerp, maar men noemt het materiaal waarvan het voorwerp gemaakt is.
voorbeeld:
We hebben een paar dagen lekker kunnen schaatsen maar ik heb mijn
ijzers
nu maar weer ingevet.
Slide 14 - Tekstslide
Men bedoelt de inhoud, maar men noemt het voorwerp.
voorbeeld
Zullen we nog
een glaasje
drinken?
Slide 15 - Tekstslide
Men bedoelt een voorwerp, maar men noemt de maker.
voorbeeld:
Het bezit een echte
van Gogh
.
Slide 16 - Tekstslide
Voordat we met de bus vertrokken, moesten we eerst de neuzen nog even tellen
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie
Slide 17 - Quizvraag
Na afloop van de voorstelling klapte de zaal.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie
Slide 18 - Quizvraag
Toen we op de alpenweide lagen, hoorden we in de verte een beekje murmelen
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie
Slide 19 - Quizvraag
Die stratenmaker heeft een paar handen als kolenschoppen
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie
Slide 20 - Quizvraag
Tijdens de najaarsstorm stoeide de wind met de bladeren.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie
Slide 21 - Quizvraag
De leraar zat tijdens het proefwerk mistig voor zich uit te kijken
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie
Slide 22 - Quizvraag
Die kleuter zit in 5 vwo.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie
Slide 23 - Quizvraag
Doe mij nog maar een bakkie.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie
Slide 24 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
metonymie
Januari 2021
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Woordenschat: Metonymie
Mei 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
metonymie
Augustus 2020
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Metonymie - Woordenschat H2 - 2VWO
Januari 2021
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
metonymie
November 2022
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Woordenschat H1+2
Januari 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
metonymie
November 2022
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
metonymie hfdst 3 klas 2 vwo
Januari 2020
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2