Het Kwadrant - week 24 NIEUWSBEGRIP klas 2-3-4
1 / 27
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Wat is een overstroming?
A
onder water lopen van stukken land
B
langere periode waarin geen regen valt
C
De waterbuizen onder de huizen raken vol
D
Als je heel ernstig moet plassen
Slide 14 - Quizvraag
Waar ligt Suriname?
A
in Zuid-Amerika
B
in Paramaribo
C
Vlakbij Nederland
D
In Azië
Slide 15 - Quizvraag
(Inleiding)
Wat is het nieuws over Suriname?
Wat is het nieuws over Suriname?
A
Er is geen stroom
B
Overstromingen, omdat er heel veel regen is.
C
Het land is enorm droog
D
Door de bomenkap komen er modderstromen
Slide 16 - Quizvraag
In Suriname staan dorpen en steden al maanden onder water. Wat zijn 3 gevolgen?
A
De oogsten zijn goed gelukt door al het water.
B
In sommige dorpen kun je niet meer komen.
C
In veel huizen kun je niet meer wonen .
D
Ziekenhuizen zijn overstroomd.
Slide 17 - Quizvraag
Het land Suriname bestaat voor een groot deel uit ......................
A
dorpen
B
rivieren
C
regen
D
regenwoud
Slide 18 - Quizvraag
Suriname hoorde vroeger bij.............
A
Nederland
B
Duitsland
C
België
D
Turkije
Slide 19 - Quizvraag
De hoofdstad van Suriname heet ......
A
Nieuw- Amsterdam
B
Caracas
C
Suriname- City
D
Paramaribo
Slide 20 - Quizvraag
Waarom zullen er nog veel meer overstromingen komen?
A
Het is nu de grote oogsttijd in Suriname.
B
Het is nu de grote regentijd in Suriname.
C
Het is nu de droge tijd in Suriname.
D
Door de bomenkap kan het water overal komen
Slide 21 - Quizvraag
Hoe wordt Suriname al geholpen?
A
met voedsel en tenten
B
met voedsel
C
met tenten.
D
Suriname krijgt nog geen hulp.
Slide 22 - Quizvraag
Wat is het regenwoud?
A
een groot bos
B
veel regen
C
groot bos in een gebied waar het veel regent
D
groot bos in een gebied waar veel droogte is.
Slide 23 - Quizvraag
Wat is blank staan?
A
onder water staan
B
boven water staan
C
Een volle WC hebben
D
de waterkraan is kapot
Slide 24 - Quizvraag
Wat is de tegenstelling van bewoonbaar?
A
onbewoonbaar
B
abewoonbaar
C
leeg
D
ruw
Slide 25 - Quizvraag
Wat is de tegenstelling van extreem.
A
normaal
B
buitengewoon
C
heel erg
D
zacht
