Werkwoordelijk gezegde

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Naamwoordelijk gezegde

Een zin heeft een werkwoordelijk gezegde 

                       OF!

Een zin heeft een naamwoordelijk gezegde

Heel belangrijk!

In een zin met een naamwoordelijk gezegde staat meestal een koppelwerkwoord.

Een koppelwerkwoord koppelt een eigenschap aan het werkwoord.

Zijn, worden, blijven, lijken en schijnen zijn de meest voorkomende koppelwerkwoorden.

Naamwoordelijk gezegde

Naamwoordelijk gezegde

In zinnen met een naamwoordelijk gezegde zit nooit een lijdend voorwerp!

Wat is een naamwoordelijk gezegde?

1. Hij heeft gegeten.
2. Hij heeft een zusje gekregen.
3. Hij heeft corona.
4. Hij is een vrolijke Frans.

Wat noteer je bij het naamwoordelijk gezegde?

1. koppelwerkwoord + naamwoordelijk deel
2. koppelwerkwoord
3. koppelwerkwoord + een kernmerk of eigenschap van het onderwerp
4. alle werkwoorden in de zin

Koppelwerkwoord

Eén van de werkwoorden van een naamwoordelijk gezegde  is een vorm van een koppelwerkwoord.

Koppelwerkwoorden: zijn, worden, lijken, blijken, blijven, schijnen  

naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?

Katrien is moe.

1. naamwoordelijk gezegde
2. werkwoordelijk gezegde

naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?

Later wordt Katrien slaapspecialist.

1. naamwoordelijk gezegde
2. werkwoordelijk gezegde

naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?

Zij dacht aan haar grote zachte bed met haar warme deken en haar grote hoeveelheid knuffels.

1. naamwoordelijk gezegde
2. werkwoordelijk gezegde

Voor veel leerlingen blijft grammatica een moeilijk onderdeel.

Wat is de PV?

1. voor veel leerlingen
2. blijft
3. grammatica
4. een moeilijk onderdeel.

Voor veel leerlingen blijft grammatica een moeilijk onderdeel.

Wat is het OW?

1. voor veel leerlingen
2. blijft
3. grammatica
4. een moeilijk onderdeel.

Voor veel leerlingen blijft grammatica een moeilijk onderdeel.

werkwoordelijk gezegde of naamwoordelijk gezegde?

1. werkwoordelijk
2. nee, naamwoordelijk!