Deze manier van denken, waarbij mensen met behulp van het menselijk verstand de wereld probeerden te verbeteren, noemen we de
Verlichting.
Verlichters vonden dat je niet alles zomaar moest geloven, je moest kritisch nadenken.
Wat de koning en de kerk vertelden, was niet per se waar. Daarom vonden zij onderwijs en discussie erg belangrijk.
Ook waren ze voor religieuze tolerantie (verdraagzaamheid). Geloof was niet iets dat je kon bewijzen, daarom moest iedereen vrij zijn om te geloven wat hij wilde.