Kinetiek vergelijking2

Kinetiek: reactievergelijking
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Kinetiek: reactievergelijking

Slide 1 - Tekstslide

Reactiesnelheid R = 1 mol/s
N = 100 mol

Slide 2 - Tekstslide

Reactiesnelheid R = 2 mol/s
N = 200 mol

Slide 3 - Tekstslide

Wiskundig maken van vergelijking
Reactiesnelheid is evenredig aan aantal molen
R is evenredig aan N
R ~ N
R = k*N
k is de reactiesnelheidsconstante

Slide 4 - Tekstslide

Is k echt constant?
k is specifiek voor een bepaalde reactie.
Hij wordt anders:
  • Bij een andere temperatuur
  • Bij een andere reactie
  • Met een katalysator
  • Andere factoren zoals pH

Slide 5 - Tekstslide

R = k * N
R = 1 mol/s
N =  100 mol
k =0,0 1 s-1

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel mol is aanwezig na 10 seconden?

Slide 7 - Tekstslide

De tijdschaal mag niet te groot zijn!
Na 2 sec nog 98.01
na 3 sec nog 97.03
Na 10 sec nog 90.43
Na 100 sec nog 36.6

Slide 8 - Tekstslide

Hoe druk je R uit?
R = -ΔN / Δt
Maar eigenlijk wil je delta t niet te groot maken
Je noemt het dan dt
Dus:
R = -dN / dt
en
dN / dt = - k * N

Slide 9 - Tekstslide

Omschrijf wat halveringstijd betekent.

Slide 10 - Open vraag

Wat is de halveringstijd met de gegeven k van 0,008?

Slide 11 - Open vraag

Maak delta t in het spreadsheet 20 s.
Wat is nu de halveringstijd?
wat is het nadeel van grotere delta t?

Slide 12 - Open vraag

Om de halveringstijd langer te maken moet de waarde van k:
A
groter worden
B
kleiner worden

Slide 13 - Quizvraag

De halveringstijd moet 2 uur worden.
Welke k is nodig?
Welke delta t heb je gebruikt?

Slide 14 - Open vraag