Genotsmiddelen

Genotsmiddelen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Genotsmiddelen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je bent bekent met je gewoontes als het gaat om genotsmiddelen en kan de gevolgen ervan onderzoeken en verwerken in een kwartet

Slide 2 - Tekstslide

Gewoonte
Een gewoonte is een manier van doen die je gewend bent

Gezond:
Fiets ipv bus naar school
Water drinken ipv frisdrank

Slide 3 - Tekstslide

Welke gewoonte heb jij?

Slide 4 - Open vraag

Verslaving
Je bent verslaafd als je niet meer zonder een bepaald middel kunt

Slide 5 - Tekstslide

Waar kan je verslaafd aan zijn?

Slide 6 - Woordweb

Genotsmiddelen
Alcohol
Tabak
Drugs

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Alcohol
Anderhalf uur voor 1 glas

Slide 11 - Tekstslide

Alcohol
0,5 promille (ervaren bestuurder) = ongeveer 2 glazen
0,2 promille (beginnend bestuurder) = 1 glas voor man 0,7 glas voor vrouw

Slide 12 - Tekstslide

Zoek op internet op en vul in: wat doet roken met je lichaam?

Slide 13 - Open vraag

Tabak
Wat is tabak
Wat rook je nou eigenlijk.

Slide 14 - Tekstslide

Leuk weetje!
Tabakplant behoort tot de nachtschade familie. Planten zoals de aardappel en de tomaat horen daar ook onder.

Slide 15 - Tekstslide

Welke manieren gebruik je Tabak
Roken ((water)pijp)
Kauwen


Slide 16 - Tekstslide

Praktische opdracht
Wat ga je doen: Je gaat in tweetallen een kwartet maken over de onderwerpen die we hebben behandelt. Per onderwerp maak je vier thema's
Hoe: Je maakt dit op papier
Tijd: 40 min

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een gewoonte?
A
Iets doen op een bepaalde manier die je gewend bent
B
Een activiteit doen omdat het moet
C
Een stof waar je niet meer zonder kunt
D
Een activiteit doen op een bepaalde manier

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van genotsmiddelen?
A
Alcohol en snoep
B
Koffie en thee
C
Snoep en tabak
D
Alcohol en wiet

Slide 19 - Quizvraag

Vanaf welke leeftijd mag je in Nederland alcohol kopen?
A
Vanaf 16 jaar
B
Vanaf 18 jaar
C
Vanaf 21 jaar
D
Vanaf 25 jaar

Slide 20 - Quizvraag

Welke twee schadelijke stoffen zitten er in sigaretten?
A
Tabak en nicotine
B
Nicotine en zuurstof
C
Nicotine en teer
D
Teer en tabak

Slide 21 - Quizvraag

Bas heeft 2 glazen alcohol gedronken, hoe lang duurt het voordat dit is uitgewerkt?
A
Anderhalf uur
B
Twee uur
C
Drie uur
D
Drie en een halfuur

Slide 22 - Quizvraag

Simon heeft al 20 jaar zijn rijbewijs, hoeveel glazen alcohol mag hij drinken voordat hij gaat rijden?
A
1 glas
B
2 glazen
C
3 glazen
D
4 glazen

Slide 23 - Quizvraag