Les 13: Randstad

Startklaar
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Startklaar

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Terugblik
B                D                B                B       

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Lesdoel
Tijdens deze les gaan we het schema van Randstad tekenen en de belangrijkste onderdelen aangeven. We gaan de belangrijkste functies van steden in Randstad beschrijven.
Er is een geschil of Randstad als een eenheid kan worden gezien of niet. We gaan argumenten voor beide stellingen opschrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Voorkennis
1. De leerlingen kennen wat Randstad is. 

2. De leerlingen kennen wat stedelijke netwerk is. 

3. De leerlingen kennen waar Amsterdam, Rotterdam, 
Utrecht en Den Haag liggen.


Slide 5 - Tekstslide

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Randstad
- culturele, politieke, demografische en   economische centrum van Nederland
- ring van steden rondom het Groene Hart
- geen officiële grenzen
- wonen ongeveer 7 miljoen mensen
- de twee Nederlandse mainports:   
+ de haven van Rotterdam   
+ Schiphol

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grootstedelijke functies
voorzieningen die je alleen in of bij grote steden kunt vinden.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noordvleugel
Amsterdam domineert:
- veel hoofdkantoren van mno’s uit    binnen
- en buitenland
- veel creatieve (ICT-)bedrijven
- toonaangevende concertgebouwen,   universiteiten, musea
- grote rol in de internationale financiële   dienstverlening (Beurs, Zuidas)
Utrecht:
- knooppunt voor auto en trein - congrescentra (Jaarbeurs)
- veel banen in de zakelijke dienstverlening   en de gezondheidszorg
- grote universiteit

Voor Groot-Amsterdam:

- Almere als woongemeente
- natuurgebieden bij Hilversum   en Haarlem als recreatiegebieden

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuidvleugel
Rotterdam:
- haven als knooppunt van het   internationale goederenvervoer
- transport- en logistieke bedrijven   =>  trein, (binnenvaart)schip, vrachtwagen - transitie: minder op aan
- en afvoer goederen, meer gericht op innovatieve diensten

Den Haag:
- nationaal politiek centrum
- mondiale functies:   
+ Internationaal Strafhof   
+ Europol   
+ Internationaal Gerechtshof

Leiden en Delft: 
internationaal gerenommeerde universiteiten


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eenheid!
Argumenten voor:

De vier grote steden zijn complementair aan elkaar door hun eigen rol. => daardoor geen concurrenten bij het aantrekken van (hoogopgeleide) inwoners, bedrijven en investeringen.

De steden liggen dicht bij elkaar en er ligt een goed functionerende infrastructuur tussen. => zo versterken ze elkaars positie als woon-, werk- en vestigingsplaats voor bedrijven.

Voorbeeld: metrolijn tussen Den Haag en Amsterdam

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eenheid?
Argumenten tegen:

  • Op lokaal niveau werken alle steden voor zichzelf
  • er zijn geen structurele plannen voor de ontwikkeling van de Randstad als eenheid
  • soms concurreerden steden om internationale organisaties te huisvesten
  • relatief weinig forenzen tussen stadsgewesten

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Lees par.4.1 in Wonen in Nederland
Maak de opdrachten 5. 6 en 7 op blz. 176-177
a
De vier grote steden hebben elk een eigen specialisme in Nederland: nationaal schaalniveau.

Vanuit een van de vier grote steden van de Randstad kun je binnen een uur in een van de andere drie steden zijn, waardoor ze van elkaars nabije ligging (kunnen) profiteren: regionaal schaalniveau.

Er wordt tot op zekere hoogte samengewerkt binnen de (vleugels van de) Randstad: regionaal schaalniveau.
b
Twee manieren gevraagd:

GB

De stedelijke netwerken in de Randstad zijn samen veruit de grootste van Nederland.

De stedelijke netwerken in de Randstad overlappen elkaar, waardoor je ze als één groot stedelijk netwerk kunt zien.

Alcarta

De Noordvleugel en de Zuidvleugel vormen samen de grootste stedelijke regio met een concentratie van topsectoren.

Er zijn meerdere dienstverleningscentra van internationaal belang.
c
Redenering gevraagd, bijvoorbeeld:

Iemand die in de Noordvleugel werkt, kan door de nabijheid van de Zuidvleugel daar wonen, waardoor de Noordvleugel kan beschikken over meer werkzame personen en de Zuidvleugel over meer inwoners (zodat de Zuidvleugel belastinginkomsten en klanten voor voorzieningen heeft).

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

     Kleine afsluiting
Randstad
Groene hart
Noordvleugel
Zuidvleugel
grootstedelijke functies
structuurvisie

Slide 15 - Tekstslide

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen
     Grote afsluiting
Tijdens deze les gaan we het schema van Randstad tekenen en de belangrijkste onderdelen aangeven. We gaan de belangrijkste functies van steden in Randstad beschrijven.
Er is een geschil of Randstad als een eenheid kan worden gezien of niet. We gaan argumenten voor beide stellingen opschrijven.


Slide 16 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
retrieval practice

Slide 17 - Tekstslide

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

Slide 18 - Link

Deze slide heeft geen instructies