09-09 : BTG 4

TODAY
- Candy Test
- Homework
- BTG Lesson 4

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

TODAY
- Candy Test
- Homework
- BTG Lesson 4

Slide 1 - Tekstslide

CANDY TEST
1. zuivel
2. garnaal
3. aardbei
4. heerlijk
5. pittig

Slide 2 - Tekstslide

CANDY TEST : Keys
1. dairy
2. prawn / shrimp
3. strawberry
4. delicious
5. spicy

Slide 3 - Tekstslide

HOMEWORK
Ex. 1  p. 29

Slide 4 - Tekstslide

p. 30

Slide 5 - Tekstslide

A. WORDS
Ex. 2 p. 30


Finished ?
Read the stone p. 31
timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

p. 31

Slide 7 - Tekstslide

B. Speaking
Ex. 3 B p. 31
Talk to your classmates



timer
2:00

Slide 8 - Tekstslide

SOME / ANY

SOME en ANY betekenen beide:

  • enkele
  • wat 
  • een paar
  • geen (in combinatie met NOT)
                                                                           Ik koop elke dag wat snoep in de kantine.
                                                                     Every day I buy some sweets in the canteen.
                                                           Mijn broer mag geen noten eten, hij is allergisch.
                                                                        My brother can't eat any nuts, he's allergic.


Slide 9 - Tekstslide

SOME / ANY
Some en any hebben dus dezelfde betekenis, 
maar worden in verschillende soorten zinnen gebruikt. 

Some gebruik je in bevestigende zinnen, deze eindigen altijd met een punt of een uitroepteken en er staat geen 'not' in.

Any gebruik je in zinnen met een vraagteken 
en zinnen met het woord 'not' er in.

Slide 10 - Tekstslide

We need some tomatoes.
Do we need any tomatoes?

Slide 11 - Tekstslide

Daffy has some money.
Patrick doesn't have any money.

Slide 12 - Tekstslide

I have ___ apples left.
A
any
B
some

Slide 13 - Quizvraag

Are there ___ cakes left?
A
any
B
some

Slide 14 - Quizvraag

He hasn't got ___ time.
A
any
B
some

Slide 15 - Quizvraag

He has ___ money.
A
some
B
any

Slide 16 - Quizvraag

Some/any: uitzonderingen
'Some': als je ergens om vraagt of een aanbod doet en een positief antwoord verwacht
Can I have some water, please?
Would you like some tea?

'Any': bij 'never', 'hardly', 'without'
He never has any time.
She passed the test without making any mistakes.

Slide 17 - Tekstslide

Some/any: samenstellingen
Bij samenstellingen met 'some' en 'any' gelden dezelfde regels.
There is someone at the door.
Is anyone home?

I want to do something.
I can't do anything for you.

Slide 18 - Tekstslide

Can I have ___ lemonade, please?
A
some
B
any

Slide 19 - Quizvraag

Would you like ___ to drink?
A
something
B
anything

Slide 20 - Quizvraag

They never listen to ____.
A
someone
B
anyone

Slide 21 - Quizvraag

Can I borrow ___ money?
A
some
B
any

Slide 22 - Quizvraag

C. Grammar
Ex. 4 B p. 32




Finished ?
Read the text p. 33
timer
2:00

Slide 23 - Tekstslide

D. Reading
Read the text p. 33 :
"The biggest pizza in Ireland"

Ex. A-B p. 32-33

Slide 24 - Tekstslide

ONLINE
Bridging the gap year 1
Online
Test yourself

Slide 25 - Tekstslide