Zouten

Wat is een zout?
A
zout bestaat uit atomen?
B
zout bestaat uit ionen?
C
zout bestaat uit moleculen?
D
zout bestaat uit kernen?
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat is een zout?
A
zout bestaat uit atomen?
B
zout bestaat uit ionen?
C
zout bestaat uit moleculen?
D
zout bestaat uit kernen?

Slide 1 - Quizvraag

Hoe is de oplosbaarheid van IJzerbromide
A
g
B
m
C
s
D
-

Slide 2 - Quizvraag

Hoe is de oplosbaarheid van magnesiumfosfaat
A
g
B
m
C
s
D
-

Slide 3 - Quizvraag

Bij het indampen van een oplossing van zout in water..
A
Verdampt het zout en het water gelijkmatig
B
verdampt enkel het water en blijft het zout achter
C
Verdampt enkel het zout
D
wordt het zout gescheiden

Slide 4 - Quizvraag

water is een:
A
zout
B
metaal
C
moleculaire stof
D
lekker

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de indampvergelijking voor het zout natriumchloride?
A
Na++ClNaCl
B
NaCl(aq)NaCl(s)
C
Na+(aq)+Cl(aq)NaCl(s)
D
NaCl(s)Na+(aq)+Cl(aq)

Slide 6 - Quizvraag

Natrium is een...
A
niet-metaal
B
metaal
C
zout
D
moleculaire stof

Slide 7 - Quizvraag

De oplosvergelijking van aluminiumfosfaat
AlPO4
A
Al3+(aq)+PO43(aq)AlPO4(s)
B
AlPO4(s)Al3+(aq)+PO43(aq)
C
Dit zout lost slecht op.
D
AlPO4Al3++PO43

Slide 8 - Quizvraag

Hoe is de oplosbaarheid van het zout calciumchloride
A
g
B
m
C
s
D
-

Slide 9 - Quizvraag

Water verdampt en ruw zout blijft over
A
Indampen
B
Destilleren
C
Bezinken
D
Extraheren

Slide 10 - Quizvraag

De oplosvergelijking van
zinknitraat,
ZnNO3
A
Zn2+(aq)+2NO3(aq)Zn(NO3)2(s)
B
Zn(NO3)2(s)Zn2+(aq)+2NO3(aq)
C
Dit zout lost slecht op.
D
Zn(NO3)2Zn2++2NO3

Slide 11 - Quizvraag